Ook voor Marloes was dat eerste brugklasjaar een aaneenschakeling van eerste keren. Haar zoon is daar een stuk relaxter over dan zij.
Hij had zijn proefwerkweek. Ik hoor mezelf vragen: hoe werkt dat dan eigenlijk? Ben je dan de hele dag vrij? Hij zegt zuchtend dat hij iedere dag een proefwerk heeft en dan naar huis mag om weer te leren. En dat dan de hele week. Alsof hij het voor de honderdste keer meemaakt.
Huiswerk plannen
Die week was de laatste van alle eerste keren in zijn middelbareschool-carrière. Ook van mij, want hij is de oudste. Dus ik zat er bovenop. Overhoren, huiswerk maken en had hij wel door wat er allemaal moest gebeuren? En tussendoor vroeg ik me ook wel af of het niet allemaal te hoog was gegrepen. Al dat huiswerk, plannen en dan ook nog sport. O ja, en ook zorgwekkend, op zijn nieuwe school kende hij geen kip.
Ik las puber-opvoedboeken en liet me uitgebreid informeren door andere ouders en klampte op het schoolplein van de jongste andere brugklasser-ouders aan om te vragen hoe het dan toch met die-van-hen ging. De een had het zwaar en wilde van school af, de ander meteen al honderd vriendinnen die meteen ook over de vloer kwamen en weer een ander deed het met twee vingers in zijn neus en haalde allemaal tienen. En die van jou?, vroegen ze dan. Ik had succes- noch dramaverhaal.
Onvoldoendes
Nou ja, zijn passer ging stuk tijdens een proefwerk Wiskunde. Hij ging, in zijn hoofd althans, geheel voorbereid naar een ander proefwerk Wiskunde, maar vergat zijn geodriehoek en durfde er geen te vragen aan de leraar. Hij neemt nooit brood mee. Hij raakte zijn telefoon kwijt, zijn Dopper, zijn tas en een stuk of tig gymshirts. Ik kwam erachter dat hij het hele jaar al gymt op de sneakers die hij gewoon ook aan heeft. Zijn kamer is echt een ongelooflijke teringbende. Vreemd genoeg heeft hij wel altijd zijn sleutels bij zich.
Hij haalde een een. Hij haalde een drie. Hij stond na een 3,5 en een 4 onvoldoende voor Wiskunde en een vijf voor beeldende vorming omdat hij het geval dat hij had gemaakt in gruzelementen was gevallen (‘Maar ik sta gewoon nog voldoende mam’) Soms leert hij niet, en dan haalt hij een onvoldoende. Hij begint al aardig handigheid te krijgen in het boekhouden met zijn schoolcijfers. Er zit een gast bij hem in de klas die alleen maar tienen haalt. Daar kan hij toch niet tegenop.
Nieuwe vrienden
Als hij geen huiswerk maakt, gamet hij. Als hij niet gamet, kijkt hij op zijn telefoon. Hij heeft gefixt dat hij op zijn computer Netflix kan kijken. Er is dus geen enkele noodzaak om met ons in de huiskamer televisie te kijken of -nog erger- te praten. De deur gaat dicht en ik heb geleerd om aan te kloppen als ik iets aan hem wil vragen.
We kregen er lucht van dat hij vrienden heeft en vroegen of hij het niet leuk vond om ze een keer bij ons thuis uit te nodigen. Ik denk dat hij dat een slecht idee vond. Er kwam een jongen langs. Heel toevallig was dat net op die zaterdag dat we de hele dag weg zouden zijn. Om toch nog een glimp van zijn nieuwe vriend op te vangen, kwamen we een uur eerder thuis.
Ik vroeg die week maar eens of hij dacht dat hij overging. Hij zei: ‘Ik denk het het wel mam.’ Het deed me beseffen dat ik mij veel drukker had gemaakt dan hij eigenlijk nodig had. Tussen alle puberliteratuur las ik ook nog echt goed advies. Namelijk dat je pubers moet beschouwen als een kamerplant. Je moet er niet te veel mee zeulen, maar als je ze geen water geeft, verpieteren ze langzaam.
O ja, en hij gaat waarschijnlijk wel over.
***