Vandaag was het een item in het Jeugdjournaal: horror appjes, doorstuurappjes met enge inhoud. De dochter van Martine kreeg er laatst ook een, en die deed daarna nachtenlang geen oog meer dicht.
In de groep acht van mijn dochter hebben bijna alle kinderen een smartphone. De kinderen zijn in hun appjes niet allemaal even aardig voor elkaar. Sommigen sturen horror-berichten door, waar andere kinderen dan niet van kunnen slapen. En Martine moet dan maar weer op hoge poten naar de juf.
‘Mam, ik heb J. uit de WhatsAppgroep van school gegooid’. Mijn dochter stuurt mij midden op de dag ook het betreffende appje door: “Stuur dit door naar twintig contacten. Een meisje negeerde dit bericht en 29 dagen later stierf haar moeder.”, staat er. Aperte onzin natuurlijk, maar ik ben geen 11 jaar.
‘Goed dat je dat hebt gedaan’, app ik terug. Wetende dat ik morgenvroeg mee moet naar school om dit maar weer eens aan te kaarten. Want het is niet de eerste keer dat dit soort appjes in de klassengroep wordt rondgestuurd. Bij het vorige doorstuurapp-incident voor de zomervakantie werd gedreigd met de dood, bloed en messen als de ontvanger het bericht niet doorstuurde.
Je kunt wel honderd keer zeggen tegen je kind dat het allemaal niet waar is, en dat het grote onzin is. En hoewel ze het natuurlijk ook niet geloofde, dacht een deel van haar dat het toch waar was. Dus twee weken na dat bloed- en messen-appje stond ze op vakantie toch ineens om vier uur ‘s nachts huilend in onze tent in haar te krappe onesie. Wat niet hielp was dat de camping in het bos stond en dat haar broer die naast haar lag had gezegd dat ze zich niet zo moest aanstellen. Die neiging had ik ook, maar we hebben het hier over een kind dat op haar zesde bang was voor de tandenfee.
Ook de tweede en derde nacht lag onze dochter tussen ons in, alsof ze weer drie jaar was. De vierde nacht hebben we haar weer naar haar eigen bed gestuurd en toen moest ze weer huilen. De vijfde nacht ging mijn man haar verhaaltjes vertellen totdat ze sliep.
Ik ging toch maar eens in die app-groep kijken. Een van de klasgenootjes had heel assertief geschreven: ‘Hou hiermee op, mijn ouders kijken mee. Hier krijg ik alleen maar gezeik mee.” Dat maakte wel indruk. Sindsdien heeft mijn dochter ook als status: “Mijn ouders kijken mee.” De onderliggende boodschap: “Niet schelden of enge appjes sturen, want anders moeten we het er weer over hebben in de klas.” En daar heeft niet iedere (pre)puber zin in. De juf trouwens ook niet.
Die moest er een beetje van zuchten. ‘Blijkbaar doen we nog niet genoeg aan media-wijsheid’, was haar conclusie. Ook de schooldirecteur was al eerder eens in de klas geweest om iets te vertellen over dat appjes niet alleen maar woorden zijn, maar dat je er ook mensen pijn mee kunt doen. Ik snap trouwens ook wel dat ze op school andere dingen aan hun hoofd hebben dan de WhatsAppgesprekken van hun leerlingen. Die ze meestal búiten schooltijd voeren.
Maar in groep 8 en 7 hebben de meeste kinderen een smartphone. Maar ook in groep 6 en 5 hebben kinderen een telefoon. En ze hebben totaal geen benul van wat ok is en wat niet. Wat te denken van om de seconde een letter appen, omdat die aan de andere kant zo lekker vaak afgaat. Doorstuurappjes met een emoticon van een slak, met de tekst ‘Dit is Bertje, Bertje wil beroemd worden, dus stuur ‘m door.’ Het is allemaal fijne onzin, maar in sommige gevallen dus niet.
Na dat laatste appje kon ze trouwens wel slapen. Ze had inderdaad gegoogeld en zelf gezien dat het een hoax was. Soms helpt het als niet jij, maar iemand anders het zegt.