De twaalfjarige dochter van Ralph besloot dat ze geen kus meer van hem wilde. Zelfs niet op de wang. En tja, wat doe je dan als vader?
Ik weet niet hoe lang het geleden is dat ze meedeelde dat ze geen kus meer van mij wilde. Een paar jaar toch op zijn minst. Het begon onschuldig. Ze draaide een keer haar gezicht plagerig weg toen ik haar een kus wilde geven. Dat vond ze grappig en we maakten er een spelletje van. Die eerste tijd zag ik het nog als een bevlieging, vergelijkbaar met haar besluit dat chocola en kaas voortaan vies waren. Ik benoemde het toen vaak, als grap, om het luchtig te maken, vooral voor mezelf. ‘Nee, jij wil geen kus meer van mij he, want ik ben vies,’ zei ik dan. En dan lachte ze.
Afweren met ellebogen
Mijn moeder waarschuwde me een paar keer: ‘Je moet er niet teveel de nadruk op leggen,’ zei ze. Maar tsssk, wat kon er nou mis gaan, die kleine heeft haar halve jeugd doorgebracht op mijn rug, mijn schouders, met haar armen om mijn nek en haar benen om mijn middel. Maar mijn moeder had wél gelijk had want de grap werd ineens ernst. Zelfs een omhelzing, een arm om haar schouders deed mijn dochter verstrakken. Ze weerde me dan met een puntige elleboog af.
‘Doet ze dat bij jou ook,’ vroeg ik na een tijdje aan haar moeder. Die keek me hoogst verbaasd aan. Er zat iets onder dat zich steeds minder goed liet weg lachen. Misschien had het te maken met de scheiding en een bijna onzichtbaar loyaliteitsconflict dat ondanks onze goede bedoelingen in haar was gekropen. Misschien maakte ik het daarmee te zwaar. Prettig was het in ieder geval niet. Ook niet voor haar. Ze bedacht een reden: ‘Als je die stomme baard afscheert, krijg je weer een kus.’ Ik antwoordde dat ze dat mooi kon vergeten, haha. Ja, lachen.
Kus voor het slapen gaan
Van de week bracht ik haar naar bed. Dat mag nog wel. Of nee, dat moet. Even praten nog. Ik stopte haar in, streelde haar rug door het dekbed heen, deed ons klassieke kinderrijmpje met de duimkruisjes op haar voorhoofd. Aaide tenslotte over haar haren. ‘Welterusten lieverd,’ zei ik, en ik wilde opstaan, maar ze draaide zich naar me toe, bewoog gedachteloos haar gezicht naar dat van mij, lippen getuit. Het was meteen weer vertrouwd.
Ik wist dat ze zich vergiste. Zoals ze me soms mama noemt, zo bewoog ze nu haar gezicht naar me toe. Zoals ze zich na zo’n verspreking herstelt – ehh, papa natuurlijk – zo herstelde ze zich nu. ‘Ehh, nee,’ zei ze en ze schudde haar hoofd alsof ze wilde zeggen: wat deed ik nu voor geks, grappig hè? Ze keek me open aan, niet geschrokken, eerder geamuseerd. Ik merkte dat het me wat deed, ik wist niet wat precies: er werd iets opgeruimd tussen ons. Of alleen bij mij. Het maakte niet uit.
Stom rijmpje
Ik spreidde mijn armen. ‘Een knuffel dan?’ zei ik. Ze lachte verlegen en knikte. Ik boog me over haar heen, sloeg mijn armen om haar dunne lijfje, ze drukte zelfs even haar hoofd tegen mijn borst. Ik kuste haar kruin en maakte me los, keek haar afwachtend aan, geen idee wat ik moest zeggen. Of doen. Ze pakte mijn duim en legde die op haar voorhoofd. ‘Doe dat domme rijmpje dan nog maar een keer.’ En daarmee deed ze wat mij niet lukte: ze maakte wat er gebeurde weer gewoon en alledaags.
***
Ralph is forens en stukjesschrijver. Vader en ex. Gepromoveerd en geblesseerd. Verliefd of onderweg. Hij is van de woorden en voor de liefde. Van het denken en van het doen.