De vijftienjarige zoon van Anne kan heel veel als het op school en leren aankomt, maar een werkstuk maken, lukt hem niet. En om frustratie en boosheid te voorkomen doet zij dat gewoon voor hem
Eerst hoorde ik gestommel, toen een deur die openging, toen geschreeuw en toen een boel spullen die van de trap werden gegooid. Mijn zoon was al uren, nee, dagen, aan het zwoegen op een werkstuk over poëzie uit de achttiende eeuw. Ik gaf het hem te doen, maar hij vond het onderwerp zelfs nog best interessant. Zijn Nederlandse lerares had er bevlogen over verteld en nu moest de hele klas een werkstuk erover maken.
Mijn zoon kan prima leren, informatie van papier of een scherm krijgt hij redelijk moeiteloos in zijn hoofd. Maar laat hem iets maken en het gaat mis. Zelf informatie structureren, samenvoegen of samenvatten lukt niet, laat staan alles netjes onder elkaar zetten, in hetzelfde lettertype en dezelfde grootte.
Worstelen met een werkstuk
Heeft hij altijd al gehad. Op de basisschool dreef hij menig juf tot waanzin omdat hij nu eenmaal niet doet aan kantlijnen en schrijfpapierlijnen en vaak in zijn schrift midden op een pagina begon. Acht jaar lang scoorde hij prachtige cito-resultaten, maar kwam voor ‘werkverzorging’ nooit boven een zwak uit. En ook nu zijn de zwakjes op zijn rapport terug te leiden tot het vodje bijeengeraapte papieren dat voor een schrift moet doorgaan.
Het was voor mijn zoon best frustrerend, al die maakwerkjes. Want hij wil echt wel iets maken en doet er ook zijn best voor, maar de chaos in zijn hoofd zorgt ervoor dat de uitwerking nooit goed lukt. Toen hij in groep vier een keer ontzettend zijn best had gedaan op een werkstuk over Australië ging het mis. Avonden zat hij met zijn tong uit zijn mond te werken, met pen en papier – ze moesten leren schrijven, en liet uiteindelijk het resultaat zien.
Onvoldoende pedagogische skills
Ik vond het prachtig, want dit was een werkstuk met karakter. Dat de informatie schots en scheef stond, er een overvloed aan tekst was en geen enkel plaatje recht was uitgeknipt, soit. Zijn juf was echter onverbiddelijk. Dit moest over. Want, en ze hield het boekwerk tussen duim en wijsvinger vast als ware het een vies vaatdoekje, dit was kleuterwerk. De klas lachen, mijn zoon in tranen. En ik met hem, want ik vóelde zijn frustratie en vond het eveneens oneerlijk. Ik onderdrukte de neiging om op hoge poten naar school te gaan om dat mens te vertellen dat ze bij het vak pedagogiek ongetwijfeld zelf kleuterwerk had afgeleverd en ging met mijn zoon aan tafel zitten. ‘Ik doe het wel voor je’, zei ik.
Sindsdien maak ik dus zijn werkstukken als het hem niet lukt. Hij verzamelt de tekst en de plaatjes, ik maak er een geheel van. Ik schrap in zijn tekst de dubbele informatie, zet er hier en daar wat extra’s bij, maak een verdeling in hoofdstukken, rangschik alles en zorg dat de plaatjes recht staan. En ik moet zeggen, we zijn een goed team. Want we halen ruim voldoendes en goedjes bij de vleet.
Blije puber
Tot afgelopen week. Hij wilde het zelf doen. Want op je vijftiende heb je de hulp van je moeder niet meer nodig vond hij. Eens, vond ik en liet hem zijn gang gaan. Hij nam hij op zijn beurt een duik in de vaderlandse poëziegeschiedenis. En dat ging goed, totdat hij met de deuren begon te gooien en uit frustratie een handvol boeken de trap afsmeet. ‘Het lukt niet’ brieste hij.
Ik zag weer die frustratie en pakte mijn laptop erbij en zei dat we het wel samen zouden doen. Een uur later waren we klaar en, leuk voordeel, had ik heel wat geleerd over poëzie. Ik kreeg een dikke zoen. Morgen weet ik wat voor cijfer we hebben gehaald.