De meeste pubers kijken al dagen van te voren uit naar Koningsdag. Ze maken grootse plannen om met vrienden en vriendinnen op stap te gaan! Of zijn half maart al begonnen met het verzamelen van spullen om op de vrijmarkt te verkopen. Maar als het puntje bij paaltje komt is het toch vaak net als een gewone vrije dag. Ze weten niet wat ze moeten gaan doen en als ze dat wel weten ben jij degene die dat mag financieren. 20 Dingen die elke ouder tegen zijn puber zegt op Koningsdag:
- “Je mag wel de stad in, maar je gaat niet drinken, hoor!”
- “Nee, ik ben niet dronken.”
- “Het is echt heel druk in de stad, als er wat is bel je me dan?”
- “Hoezo besluit je nu dat je cupcakes wil verkopen? Het is 8 uur, ik ga echt nu niet 300 cupcakes maken.”
- “En nee, jij gaat dat ook niet doen!”
- “Je krijgt 15 euro mee. En niet meer!”
- “Ok 20 euro dan, maar dan ook echt niet meer zeuren.”
- “Hoe bedoel je of ik 3 euro voor die hamburger voor wil schieten? Ik heb je net 20 euro gegeven!”
- “Ja schat, het is echt een enige broek die je hebt gekocht, maar hij lijkt op de andere 13 broeken met kapotte knieën die je al hebt.”
- “Nee joh, ik vind 30 euro helemaal niet duur voor een tweedehands broek van de rommelmarkt.”
- “Maar je zou toch met al je vrienden naar dat Koninginnedagsfeest gaan?”
- “Ja, ik weet ook wel dat het Koningsdag is en niet Koninginnedag!”
- “Wat nou, er is niks leuks te doen? Het hele land is 1 grote tweedehands winkel met hippe fashion items!”
- “Hoezo er is niks leuks te doen? Het hele land is 1 groot openluchtfestival!”
- “Hoe bedoel je, er is niks leuks te doen? Papa en mama moesten vroeger koekhappen en spijkerpoepen op school!”
- “Ik wil nog heel even kijken naar Maxima en daarna gaan we de stad in.”
- “Vorige week zei je nog dat je alle oude spullen van je kamer zou gaan halen om te gaan verkopen!”
- “Hoezo moet ik daar dan om 4.30 gaan zitten om een plekje te reserveren. Jij wil toch spullen verkopen?”
- “Nee, je gaat nu echt niet om 9:30 met al je vrienden afspreken. Ik zit hier al sinds vanochtend vroeg een plek bezet te houden en nu ga je lekker zelf je spullen verkopen.”
- “Als je nu niet komt, laat ik al je spullen zo op straat liggen.”
- “Lekker dat je 45 euro verdiende met verkopen, kan mooi in je spaarpot voor de vakantie.”
- “Hoe bedoel je ik moet die hamburger voorschieten?? Ik heb je net 20 euro gegeven en je zegt dat je 45 euro hebt verdiend.”