Dat heerlijke campingleven, dat is soms even wennen voor onze fragiele pubers. Het levert in ieder geval een hoop interessante gesprekken op.
- Sta zelf lekker op. Heb jij geen vakantie ofzo?
- Moet ík stokbrood halen? Waar dan? Hoe dan?
- Betalen ze hier ook met Euro’s? Echt?
- Spreken ze hier Nederlands? Echt? Oh, je maakt een grapje. Ja, inderdaad, lachen met jou.
- Kunnen we niet gewoon ontbijt bestellen? Hoezo dat kan niet op een camping?
- Is er geen brood met kaas? Hoe bedoel je dat hebben ze alleen in Nederland?
- Camen-fucking-wat proberen? Eet zelf lekker die stinktroep.
- Je wilt dat ik croissantjes haal? Gast, ik heb vakantie.
- Hoezo mag ik je geen gast noemen? Oh, je hebt niet met me op school gezeten? Ja, en?
- Wie heeft deze camping eigenlijk uitgezocht? Wat bedoel je met wie betaalt bepaalt?
- Kun je iets aan dat licht in die tent doen? Het is niet echt gunstig voor een selfie.
- Hoe bedoel je loop even naar het toiletgebouw? Ik ga dáár toch niet mijn haar föhnen?
- Waarom is het zand zo fokking warm? Mijn slippers? Die liggen nog in de tent, denk ik…
- Heb je geld voor ijs? Mijn portemonnee? Die ligt nog in de tent, hoop ik…
- Kun je wat aan dat kut zand doen? Hoezo dat hoort er bij?
- Heb je mijn witte shirt gewassen? Dat moet ik zelf doen? Je maakt weer een grapje?
- Geen grapje? Maar waar dan? In dat toiletgebouw? Beter ga ik dat stinkhok niet in.
- Een dagtochtje? Dacht het niet.
- Douchen? Waarom? Ik heb toch gezwommen?
- Hoezo krijg ik maar 1 douchemuntje?
- In twee minuten mijn haar wassen? Ik. Val. Nu. Even. Flauw. Oke?
- Waarom alles nat is? Ik. Had. Een. Kutdouche. Oke?
- De hele middag regen? Dan kunnen we beter naar huis gaan.
- Wat? Nóg twee weken? We zouden toch maar een week weg zijn?
- Hoezo dan had ik maar geen afspraken moeten maken? Ik wil nu gewoon naar huis.
- Weer die wifi eruit? Waarom moest je ook zo nodig naar dit stenen tijdperk gaan?
- Tent opruimen? Ik ben niet thuis ofzo.
- Hoezo heb je geen verlengsnoer van 150 meter meegenomen? Hoe moet ik nu mijn telefoon bij de tent opladen?
- Wat bedoel je met wé gaan nu slapen? Er zit geen ‘ik’ in ‘we’.
- Twaalf uur terugrijden? Kan dat niet korter?