Het lijkt met een puber in huis af en toe net een David Copperfield verdwijntruc. Ergens zie je nog wel dat iemand ter plaatse is geweest, want er zijn sporen, maar de puber zelf is in rook opgegaan.
- Op de wc, voor de pot, staan gympen – maat 46.
- In de gang is iemand uit een spijkerbroek gestapt.
- Een spoor van schoolboeken ligt op de trap.
- Midden in de gang staat een gymtas.
- Bovenaan de trap heeft iemand allerhande wiskunde-attributen, rekenmachine, geodriehoek, ruitjespapier, neergelegd.
- In de wasbak in de badkamer ligt een borstel met een kluwen haren.
- Naast de handdoeken liggen 47 nagellakflesjes, waarvan er minimaal 3 zijn leeggelopen op de badkamervloer.
- Naast de wasmand ligt een spijkerbroek – met daarin een onderbroek én sokken opgefrommeld.
- Aan de andere kant van de wasmand liggen 6 handdoeken, nat.
- In de wasmand ligt een wiskundeboek.
- In de douche staan op de grond 8 flessen shampoo, waarvan 3 leeg.
- Op het plankje in de douche staat een pot gel – met een vork erin.
- Op de douche-mat ligt een pyjamabroek met sloffen waar iemand uit is gestapt.
- Voor de deur van de puberslaapkamer ligt een dekbed – met daarin vuil wasgoed.
- Voor de deur van de andere puberslaapkamer staat een laptop met daarop een stapel borden en bekers.
- In de keuken ligt een gesmolten homp kaas.
- Iemand heeft een handdoek over het gasfornuis gelegd – en er een gat ingebrand.
- Er liggen sleutels in de broodtrommel.
- Een bankpasje ligt op de pindakaaspot zonder deksel.
- Lege melkpakken staan in de ijskast.
- Een vol melkpak staat naast het tosti-apparaat en is helemaal warm geworden.
- Iemand heeft plakken ham op het koffiezetapparaat gelegd.
- In de koekenpan ligt een etui.
- Op het fornuis liggen 2 pennen, 1 is min of meer gesmolten.
- Iemand heeft de prullenbak op tafel gezet.
- Ernaast liggen 8 verschillende oplaadsnoeren.
- Alle ontbijt – en lunchspullen staan ook op tafel.
- Een beker halfvol met koude koffie staat op een stoel.
- De rest van de koffie ligt op de grond.
- Op de bank ligt een winterjas. Een een zomerjas. En een sportjas. En een tennisracket. En een voetbal.
- De kussens liggen op het vloerkleed, te midden van een aantal lege zakken chips.
- Een stuk of 4 controllers liggen in de krantenbak.
- Iemand heeft een theedoek over de televisie gedrapeerd.
- Naast de televisie liggen 48 lipglossjes.
- De afstandsbediening ligt in een plant.
- Naast de bank staan lege blikjes cola.
- Onder de bank ligt een plas cola dat uit een van die blikjes is gesijpeld.
- In de hondenmand ligt een groot kettingslot en een helm.
- Op de bovenste plank van de boekenkast heeft iemand Uggs neergezet.
- In de boekenkast staan borden met half afgekloven tosti’s.
- Voor de deur naar de tuin ligt een spoor van make up-doosjes en -kwasten.