Meerdere pubers in huis zorgt voor een hoop reuring en gezelligheid en soms ook voor de nodige ruzies en gedoe. Broers en zussen kunnen namelijk behoorlijk kibbelen. En roepen van alles maar elkaar, want lekker toch, uitvallen tegen de andere puberhuisgenoten?
- Je raakt me aan, kun je dat ook niet doen?
- Ga weg, je ademt mijn lucht.
- Hoezo zit je op mijn plek?
- Kijk niet maar me.
- Ik ben de oudste, dus ik ben de baas.
- Kun jij ook weg?
- Hoe dóm ben jij?
- Je bent echt lelijk.
- Ik ga dit zó aan mama en papa vertellen.
- Je. Mag. NOOIT. In. Mijn. Kamer. Komen.
- Ik zat hier eerst.
- Kun je ook minder luid bellen?
- Jezus, trek even iets aan.
- Ik heb gisteren al de vaatwasser ingeruimd, vandaag mag jij het doen.
- Hoezo wil je mijn bord er niet in zetten, het is toch jouw beurt?
- Voor tien euro doe ik het voor je.
- Je neemt toch niet die stomme vrienden/vriendinnen mee naar huis?
- Of je mijn Nikes aan mag? Haha, grapje neem ik aan? Tuurlijk…… NIET!
- Dat is MIJN trui.
- Ieuw, jouw bacteriën zitten nu op mijn eten.
- Ik was eerst in de douche, dus wacht maar lekker, heel LANG.
- Dan bel je mama toch?
- Mijn fiets lenen? Twintig euro!
- Jij moet tafeldekken.
- Omdat ik het zeg.
- Je bent mijn vader/moeder niet.
- Waar is MIJN chocolade?
- Ik weet zeker dat jij het hebt opgegeten!
- Hou gewoon je mond.
- Jij bent ZO irritant.
- Je kunt zó niet zingen.
- Zal ik anders even tegen mama/papa vertellen wat je hebt gedaan?
- Je mag niet zo lang gamen, dus moet je nu stoppen.
- Blijf van mijn spullen af. AL mijn spullen!
- Je bent mijn vader niet.
- Je bent mijn moeder niet.
- Weet mama/papa eigenlijk dat je je telefoon ’s nachts bij je hebt?
- Je stinkt.
- Raak me niet aan!
- Waarom volg je me op Insta?
- Ik deed dit al voordat jij bestond, hè
- Je weet dat je eigenlijk een vondeling bent?
- Gatver, jij hebt hiervan gedronken, nu is het bedorven.
- Jij hebt MIJN oplader.
- Je hebt mijn eten aangeraakt, nu hoef ik niet meer.
- Ik weet waar jij je snoep verstopt.
- De afstandsbediening is nu van mij, jammer voor jou.
- Voor 10 euro geef ik je het wifi-wachtwoord dat ik net heb veranderd.
- Ik weet wel waar je telefoon is, maar zeg het lekker niet.
- Ik hou van je. Haha, nee, grapje!