Pubers hebben zo hun eigen manier van dingen zeggen, of eigenlijk meedelen. Dingen die ze tussen neus en lippen voor je voeten werpen. En wat dan jouw antwoord is, dat maakt voor hen niet zo veel uit. Ze doen het toch wel. Of niet.
-
Meer van dit soort uitspraken vind je ook in ons Handboek voor beginnende puberouders, te koop in onze winkel
- Kleren in de was gooien? Ik doe ze morgen toch weer aan?
- Dat lege pak melk in de koelkast? Geen idee.
- Tony’s melk caramel zeezout is ook gewoon ontbijt.
- Voor twee uurtjes hoef ik toch niet naar school?
- Ik vind ‘me’ in plaats van ‘mijn’ ook goed.
- Kwijtraken is het nieuwe vinden.
- Jij slaat nergens op!
- Een winterjas kan ook in de zomer.
- Die kleur staat mij niet, dus ik heb die nieuwe trui weggegeven.
- Blote voeten in gympen stinken niet, dat denk jij alleen maar.
- Hoezo kan ik geen 20 spijkers in de muur slaan? Hoe moet ik dan al mijn spullen ophangen?
- Dan rij ik toch gewoon zwart.
- Een zak snoep openmaken in de supermarkt vind ik niet stelen, hoor.
- Ik verveel me, wat ga jij daar aan doen?
- Niet schrikken, maar ik ben op de eerste hulp.
- Ik doe wat ik wil.
- Alle andere kinderen uit mijn klas mogen dat wel.
- Eigenlijk is het gewoon jouw fout.
- OMG. OMG. OMG.
- Kun je even uit mijn licht gaan staan?
- Eten? Nee joh, ik maak er alleen een foto van.
- Slapen is het nieuwe opstaan.
- Ik kan best een selfie maken op het toilet.
- Zwart is wel een kleur.
- En mijn plafond zwart schilderen is daarom oke.
- Ik had ook niet in een winkelwagentje van een berg af kunnen rijden, maar ik heb het dus wel gedaan.
- Ik vind een 4 best een goed cijfer.
- Ik had een knoop nodig, dus die heb ik even van mijn broek geknipt.
- Ik heb een paar apps op je telefoon gezet want ik heb geen opslagruimte meer.
- Ik neem je telefoon even mee naar school, hoor.
- Ik heb geen zin om met de bus te gaan, kun je me even brengen?
- School? Ik kan toch ook een dag overslaan.
- Je weet toch dat ik overal heb gezocht.
- Dat lijkt me meer iets voor jou.
- Nee hoor, ik ben echt ziek.
- Deze game kun je eigenlijk alleen maar ‘s nachts spelen.
- Kun je de uiteinden van een cactus ook aan elkaar plakken?
- Ik hoef toch niet meteen te reageren op jouw app?
- Bellen? Halló 1980!
- Doe maar niet, hè.
- Je. Bent. Zó. Niet. Cool.
- Ik heb alles onder controle.
- Ik lijm even dit kussen tegen de muur, oké?
- Plastic eraf halen vóórdat de pizza in de over gaat? Oh.
- Huiswerk maken is zó overschat.
- Wat maakt een gebroken pols nu uit?
- Drie onvoldoendes, ik vind het niet zo erg.
- Opruimen? Staat er ‘schoonmaker’ op mijn voorhoofd?
- Ja, jij verstaat die rappers niet, maar ik wel.
- Ik heb nagellak als lijm gebruikt om foto’s op te hangen in mijn kamer.
- De muziek staat te hard? Dat denk je maar.
- Ja, jij kan niet appen en fietsen tegelijk, maar ik wel.
- Een skateboard-selfie, ik zou niet weten waarom niet?
- Zo hoog was het echt niet.
- Ik denk dat ik deze zomer naar Hawaii op vakantie ga.