Leuk hoor die meivakantie die scholen zelf mogen invullen. Bij Saskia thuis betekent het dat ze maar liefst drie weken lang tussen de vakantievierende pubers zit. De ene puber kreeg twee weken geleden al vakantie, de ander pas vorige week. Vandaag moet de een weer naar school, terwijl de ander zich nog een keer omdraait. Lekker dan.
81 dingen die ik denk op de ochtend dat mijn ene puber weer naar school moet en de ander nog vrij is
- God, wat is het vroeg.
- Oke, de vakantie is afgelopen.
- Of nou ja, voor de helft van mijn pubers dan.
- Het is toch raar dat die vakanties zo langs elkaar lopen.
- Gisteren toch iets te lang blijven hangen bij die barcecue.
- Eerst maar even koffie om wakker te worden.
- Ook iets te veel gedronken.
- Dat krijg je als die pubers vakantie hebben, je gaat vanzelf vakantie meevieren.
- Terwijl ik helemaal geen vakantie heb.
- Geen dag.
- Maar wel drie weken lang pubers zoemend door het huis.
- Die gillen om de haverklap dat ze vakantie hebben.
- En of ik dan van alles wil betalen.
- Of ik ze dan wel weg kan brengen.
- En weer op kan halen.
- Gelukkig gaat er een weer naar school.
- Dat is nog maar de helft van het gezeur om eten/geld/taxivervoer.
- Ik geloof niet dat er al iemand wakker is.
- Oh wacht ik hoor iemand.
- Dat is de verkeerde puber, die hoeft nog helemaal niet op te staan.
- Dat wil hij ook niet, hij kwam alleen alvast even ontbijten.
- Waar is dat halfje bruin dat hier lag?
- Oke, dat was zijn ontbijt.
- Wat geef ik die ander nu te eten?
- Gisteren heeft er ook niemand boodschappen gedaan.
- Misschien wil ze koffie.
- Je bent nooit te jong om dat te leren drinken.
- Eens kijken of ze uit bed kan komen.
- Oh, ze heeft het eerste uur vrij.
- Het zal eens niet.
- Nou, toch maar opstaan, want na de vakantie gaat alles in de eerste versnelling.
- Waarom er geen brood is.
- Tja…
- Waarom er geen yoghurt is.
- Tja…
- Of ik dan 3 euro heb voor een ontbijt bij de Appie.
- Ja, hallo!
- Ik heb nog wel meel en melk en een ei.
- Ik bak meteen maar pannenkoeken voor de lunch.
- Straks wil ze daar ook 3 euro voor hebben.
- Ha, zie je wel!
- Pannenkoeken met honing zijn prima voor lunch.
- En anders drink je maar water.
- Moest ik ook altijd.
- Water is geen lunch? Wel hoor.
- Hé daar is nummer twee.
- Komt-ie nou weer eten?
- Oh wacht, hij komt slecht even meedelen dat hij vrij is.
- En of we iets zachter kunnen doen.
- Want hij wil nog even slapen.
- En…..ja hoor, ruzie in de tent.
- Had ik al koffie gemaakt?
- Dat opstarten valt niet mee.
- Waar de gymtas is?
- Geen idee.
- Waar haar buskaart is?
- Ook geen idee.
- Haar schoolpas?
- Weet ik het.
- Of ik haar even kan brengen, want anders komt ze te laat.
- Ik help wel even zoeken.
- Waar had ze dit twee weken geleden neergelegd?
- Gaat ze nu echt zoeken op de kamer van haar broer?
- Ja hoor, weer ruzie.
- Oke, alle jassen even omkeren voor die stomme pasjes.
- Gevonden.
- Nu die tas nog.
- Nou ja, het is mooi weer, ze kan wel in haar kleren gymen.
- Oh, als ze geen gymspullen bij zicht heeft, heeft ze een briefje nodig.
- Is er ergens een pen en papier?
- Of ik serieus ben? Oh wacht, niemand schrijft natuurlijk nog een briefje.
- Waar is mijnlaptop?
- Ik bel zo wel even naar school.
- Wie schreeuwt daar zo?
- Oh, de puber die vrij is heeft echt veel last van ons.
- Ik heb dringend koffie nodig.
- Of ik haar echt niet kan brengen?
- Nee, ik moet ook werken hè.
- Ja, dat vergeten ze dus de hele tijd.
- Ook door mij.
- Maar eerst koffie!