Martine dacht dat leraren inmiddels zo professioneel waren dat ze niet meer gevoelig waren voor de charmes van vrouwelijke leerlingen. Maar dat blijkt niet het geval.
Het werd ineens een agendapunt op de ouderavond van de school van mijn zoon. Leerlingen klagen erover dat meisjes voorgetrokken worden ten nadele van jongens. Meisjes mogen proefwerken overdoen, hoeven vaker niet mee te doen met gym en krijgen minder vaak straf. En gebeurde dat alleen bij mannelijke leraren?, vroeg de voorzitter nog. Ja, alleen bij mannelijke leraren, zei de moeder die het onderwerp inbracht. De ouders spraken er schande van. ‘Me too’, riep er iemand meteen.
‘Was er dan sinds de jaren tachtig, dat ik op de middelbare school zat dan ook niks veranderd?’, dacht ik meteen. Want dan had je in de klas ook meiden die met even zwaaien met hun tieten een herkansing versierden, of met hun ogen knipperen er een punt bijkregen zodat ze toch overgingen. Althans, zo gingen de verhalen. En ik deed daar nóóit aan mee. Nou ja, behalve die ene keer dat ik met heel zielig kijken bij de conrector de rest van de dag vrij kreeg omdat ik toch zóóó’n last had van mijn verstandskiezen.
Bij de borrel kwamen de verhalen los. Natuurlijk dat van de gymleraar die bij het douchen een plens water naar binnen gooide, wat de indruk wekt dat ze dat leerden op de sportacademie, want dat verhaal hoor ik echt heel vaak. En dan had je de docent die bij elk schoolfeest wel ging tongen met een van de leerlingen. Of die ene leraar die altijd hele hordes dwepende meisjes achter zich aan had, en zich uiteindelijk toch vergreep aan de mooiste.
Daar zou een leraar tegenwoordig niet mee wegkomen. Die zou minimaal geschorst worden, of op een plek gestationeerd waar hij niet in contact kon komen met leerlingen: als chef lege dozen. Zo ver is het inmiddels al wel gekomen. Maar dat mannelijke leraren van tegenwoordig meisjes anders behandelen dan jongens: ik kan me zo voorstellen dat die arme mannen dat helemaal niet door hebben. Pubers zijn nou eenmaal een meester in de waarheid naar hun hand zetten en dingen uitproberen, zoals: ‘kijken wat er gebeurt als ik met mijn nepwimpers knipper’.
Net als in de #metoo discussie denk ik dat de leraren in kwestie zich van de prins geen kwaad weten. Met #metoo wisten hele volksstammen mannen niet dat een opmerking over uiterlijk ‘fout’ kon zijn, net als het toekennen van privileges op grond van uiterlijk. Wat hier natuurlijk ook gebeurt: lief lachen en je krijgt een punt erbij, een pruillipje trekken en je mag over. Maar ik denk ook dat heel veel leraren bang zijn dat zo’n meisje gaat huilen als ze haar zin niet krijgt.
Ik vroeg mijn zoon bij thuiskomst of hij ook vond dat meisjes worden voorgetrokken op school. ‘Ja’, murmelde hij. En hij vond het soms ook best oneerlijk. ‘Maar ja, wat doe je eraan?’, zei hij schouderophalend. Dat antwoord hadden de ouders op de ouderavond ook niet paraat, behalve dan ‘het bespreekbaar maken’: de formule waarmee dit soort kwesties meestal wordt bezworen.
Wat ik wel heel vernieuwend vond, en wat me verbaasde, was dat de leerlingen er zelf over waren begonnen in een klas waar dit speelde. En nu hadden niet de jongens geroepen dat meiden werden voorgetrokken, maar hadden de meiden het onderwerp te berde gebracht. Toen ik dat hoorde, geloofde ik meteen dat het wel goed komt met deze generatie kinderen.