Als Martine en haar man op vrijdagavond voor apengapen op de bank liggen, gaat bij hun veertienjarige zoon pas het licht aan. Dat terwijl hij ‘s morgens zijn bed niet uit is te branden. ‘Dan ga je toch gewoon eerder naar bed?’, zei ze nog. Martine wordt keihard uitgelachen.
Morgenochtend, als ik al heb ontbeten, de weekendboodschappen heb gedaan, een wasje gedraaid, koffie gedronken en de zaterdagbijlage van de krant al uit heb, komt mijn puberzoon uit bed. Hij ontbijt, ik eet een late lunch, want inmiddels is het al twee uur in de middag. “Kijk uit dat je geen jetlag krijgt. Maandag gaat de wekker weer om zeven uur”, waarschuw ik hem weleens.
Doordeweek moet hij om zeven uur opstaan, wat hij wel doet, maar meestal gaat hij daarna weer ‘even’ liggen. Om zich vervolgens te verslapen en zich weer rot te haasten naar school. Die is namelijk meedogenloos. Wie te laat komt, moet zich de volgende dag om halfacht melden. En als slapen je grootste hobby is, dan is dat natuurlijk het vervelendste dat je kan overkomen. Mijn zoon veegt nog liever het hele schoolplein aan, dan dat hij vroeg opstaat.
Hij moet dan wel heel moe zijn, zou je denken. Op vrijdagavond liggen mijn man en ik voor apengapen op de bank na een drukke werkweek, om in slaap te vallen halverwege een aflevering van Undercover. Mijn zoon niet, die begint tegen die tijd dat wij beginnen te gapen, weer op te leven. Kijkt ons nog net niet de bank af en zegt: ‘Als je moe bent, moet je naar bed gaan’ om tot een uur of een nog te gamen, of Brooklyn Nine-Nine, Bo Jack Horseman of een andere melige Netflixserie te kijken.
Ik verbaas me erover. Slapen was zegmaar niet echt zijn ding. Tot ruim na zijn derde jaar stond hij -vaak voor zes uur- al naast ons bed te springen en dankte ik God voor de uitvinding van de ochtendtelevisie, waaraan ik heb overgehouden dat ik de begintune van Piet Piraat woord voor woord kan zingen. Op de basisschool, dat was het ideale ritme. Lekker om acht uur naar bed, zodat we de bank ook nog voor onszelf hadden en om zeven uur er weer uit en in het weekend lekker beneden spelen, of televisie kijken.
Doordeweek gaat hij om halfelf mopperend naar zijn kamer, vaak met de verklaring dat hij ‘nog helemaal niet moe is’. Vaak is hij ook nog iets ‘vergeten te leren’, dus voor dat hij in bed ligt is het vaak niet voor elven. Maar acht uur slaap, moet toch genoeg zijn?
Op de website Slaapinfo lees ik dat het slaapritme van pubers verschuift naar later op de avond, terwijl ze toch nog wel een uurtje of negen slaap nodig hebben. Dus als ze om halfelf nog niet gaan slapen en om zeven uur opstaan, komen ze gewoon slaap tekort. Dat verklaart in ieder geval dat hij lekker wil doorhalen in het weekend, maar dus ook gewoon keimoe is.
Slaapinfo geeft dan ook wat richttijden voor pubers om naar bed te gaan. Ik liet ze aan mijn puber zien. Hij moest heel hard lachen.
12 tot 15 jaar: tussen 21.00 uur en 21.30 uur
15 tot 17 jaar: tussen 21.30 uur en 22.00 uur
17 tot 18 jaar: tussen 22.00 uur en 23.00 uur
Daarom mag die van mij op zondagochtend zo lang blijven liggen als hij wil.
De laatste loodjes voor de zomervakantie…
Nu je hier toch bent, zouden we je iets willen vragen…
We maken iedere dag Tis Hier Geen Hotel met heel veel plezier. Want we zien het als onze missie om jullie zonder al teveel kleerscheuren, en een beetje humor, door de puberteit van je kinderen heen te slepen. En dat willen we blijven doen. Maar sinds de Corona-crisis is dat er niet makkelijker op geworden. Zou je ons daarom willen helpen dit Hotel open te houden? Hoe? Kijk HIER.