Wij zitten elke ochtend keurig klaar met de gedekte ontbijttafel, maar onze pubers weten een gezonde boterham met kaas steeds minder te waarderen.
#1 ‘Ik heb voor ik ging slapen nog tien boterhammen gegeten.’
#2 ‘Ik heb gisteren nog ontbeten.’
#3 ‘Ik heb echt geen trek.’
#4 ‘Ik haal onderweg wel een croissantje.’
#5 ‘Ik heb al ontbeten, toen jij niet keek.’
#6 ‘Ontbijten is helemaal niet goed voor je.’
#7 ‘Ik heb een dieet waarbij je maar 8 uur per dag mag eten en daar zit het ontbijt niet bij.’
#8 ‘Ik eet straks op school.’
#9 ‘Er zijn geen granola/blueberries en chiazaadjes voor mijn breakfastbowl.’
#10 ‘Vanaf vandaag ontbijt ik alleen nog maar met smoothies.’
#11 ‘De cornflakes zijn op.’
#12 ‘Er is niks lekkers.’
#13 ‘We hebben altijd vies brood.’
#14 ‘Er is geen smeerkaas.’
#15 ‘Vandaag krijg ik echt niks door mijn keel.’
#16 ‘Als ik wat eet, moet ik kotsen.’
#17 ‘Een glas melk is toch ook ontbijt?’
#18 ‘Ik heb kauwgum.’
#19 ‘Ik heb net mijn tanden gepoetst.’
#20 ‘Ik neem zo wel een banaan.’
#21 ‘Ik neem zo wel een Red Bull.’
#22 ‘Ik haal wel wat in de eerste pauze.’
#23 ‘Jij hebt toch boterhammen gesmeerd?’
#24 ‘Hoezo is een zak chips geen goed ontbijt?’
#25 ‘Ik maak zelf wel uit wanneer ik eet.’
#26 ‘Ik eet die boterham wel zo op de fiets.’
#27 ‘Echt geen tijd voor, doei!’