Dat pubers zich af en toe als draken gedragen, komt niet door de hormonen. Die zijn er wel in de puberteit, maar komen ongeveer tegelijk met de adolescentie, de fase waarin kinderen zich losmaken van hun ouders. Dat hebben wetenschappers laatst ontdekt.
Héél boos worden, altijd weerwoord hebben als je iets vraagt, laat thuiskomen en al dat andere fijne pubergedrag: we denken dat het komt door de hormonen, maar dat is dus niet zo. Wetenschappers van de universiteit van Buffalo onderscheiden in de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 de puberteit en de adolescentie.
De puberteit is wel het gedoe met de hormonen, het geslachtsrijp worden, borsten krijgen en schaamhaar. Maar de hormonen die dat veroorzaken, hebben dus niks te maken met het gedrag dat hoort bij de ontwikkeling tot adolescent. Met adolescentie wordt de psychologische ontwikkeling bedoeld van kind naar volwassene. In deze fase gaat een kind zich losmaken van zijn ouders en al dat gedrag vertonen wat daarbij hoort, zoals dingen uitproberen, risico’s nemen en ruzie zoeken met ouders en leraren.
Dit blijkt uit onderzoek waarbij twee soorten hamsters die op verschillende tijdstippen geslachtsrijp worden met elkaar werden vergeleken. Deze hamsters gingen zich ondanks dat ze op verschillende tijden ‘rijp’ waren, zich wel op hetzelfde tijdstip ‘volwassen’ gedragen. Dit verklaart waarschijnlijk ook waarom kinderen die vroeg puberen nog heel lang kinderlijk gedrag kunnen vertonen en kinderen die juist laat zijn, zich af en toe al als draken gedragen terwijl aan de buitenkant nog helemaal niets te zien is.
Hoe het allemaal precies zit, lees je hier.