De puberdochter (12) van journalist en tishiergeenhotel-columniste Sara Luijters (44) maakt zich klaar voor de brugklas. Elke week geeft Sara ons een inkijkje in haar leven en dat van haar brugklasser to be. Deze week wordt ze verrast door een onverwachte actie van haar verlegen dochter.
Altijd al een stoere meid geweest, ook toen je klein was. Lekker, jezelf, lief eigen, sociaal, schrijft de kleuterjuf van de Montessorischool in het Groep 8 afscheidsboekje van mijn dochter. Diezelfde juf zei destijds tegen ons, haar bezorgde ouders, dat het he-le-maal niet gek is dat de dochter zowel een heel stoer als een heel timide en afwachtend kind was. Al sinds haar geboorte kijkt ze de kat uit de boom. In groep 3 stond ze het eerste half jaar alleen naast haar juf de spelende kinderen te observeren. In mijn herinnering had ik zelf wat meer branie als koter. Op vakantie in Frankrijk zei ik iedereen gedag met een vrolijke ‘Ooievaar’, ik vocht op het schoolplein met irritante jongens en ik jatte Raiders bij de supermarkt. Maar als ik de foto van mijn kleuterklas bekijk voel ik mijn gloeiende, rode wangen spontaan weer opspelen. Ik was net als zij stoer, maar ook héél verlegen.
Voor de nieuwe school moest de dochter een brief schrijven waarin ze zich aan haar mentor voorstelt. Over haar hobby’s (voetbal, vakantie, netflixen), haar familie en ook over haar sterke en minder sterke kanten werd ze gevraagd iets te vertellen. Na veel dralen, zuchten, steunen en uitstellen (13 Reasons Why kijken was écht wel veel belangrijker) kwam de brief er uiteindelijk, een dag voor inleveren. Haar afwachtende houding noemde ze een minpuntje.
Op een zomerse dag in juni ging ze voor het eerst kennismaken met haar nieuwe klas. Ik klapte mijn laptop open op een terras in de buurt van de school. Na tweeënhalf uur stond ze glunderend voor me, met een nieuwe zonnebloem op het stuur van haar racefiets geklemd. ‘Het was écht HEEL leuk.’ We bestelden cola en nachos fucking everything en ik luisterde naar haar opgewonden geklets. Over nieuwe klasgenoten uit dorpen onder de rook van Mokum, exotische oorden voor mijn stadskind, en het spel dat ze moesten spelen om elkaars namen te oefenen. De mentoren had een appgroep aangemaakt voor de hele klas, waar de pubers diezelfde avond al los gingen met het uitwisselen van hun codetaal.
De volgende dag op de fiets vroeg ik hoe het met de nieuwe klasgenoten was. ‘Nou’, zei ze. ‘Ik heb gisteravond dus even een nieuwe appgroep aangemaakt. Zonder de mentoren. Iedereen vond het echt een heel goed idee.’ Ik viel nog net niet van mijn fiets van verbazing. Mijn voorzichtige kind was zichzelf opnieuw aan het uitvinden. Het duurt vast niet lang meer voor ik terug verlang naar dat ingetogen, timide meisje van toen, maar voor nu bevalt de ontpopping mij wel. ‘Schat, dat is punten scoren.’, zei ik trots.