Ook voor de dochters van Ralph – regio Noord – beginnen deze week de scholen weer. Voor zijn jongste betekent dat haar eerste stappen op de middelbare school. Of ze nerveus is? Nee, eigenlijk niet.
‘Nog een paar dagen lieverd,’ zeg ik tegen de jongste. ‘Zenuwachtig?’
Ze kijkt verbaasd op. ‘Huh? Waarvoor?’
Naast haar rolt de oudste met haar ogen, waarna ze schuin naar me lacht. Ons onderonsje als we samen gerust wel door hebben dat haar zus zich om tijd te kopen even van den domme houdt, terwijl ze best weet wat er bedoeld wordt. Ik knipoog naar de oudste en zeg tegen de jongste: ‘De brugklas schat. Vind je dat spannend?’ Ze haalt haar schouders op: ‘Oh dat, nee hoor.’
Later die dag zit ik met de oudste in de auto en vraag ik of ze denkt dat het waar is. Dat haar zus zich echt niet druk maakt. Ze denkt daar even serieus over na. ‘Misschien een klein beetje,’ zegt ze dan. ‘Maar niet heel erg denk ik.’ Ik vraag hoe dat kan, en of zij dat vorig jaar ook zo had. Ze denkt van wel.
Ik denk terug aan mijn eerste schooldag. De stress om op tijd te zijn. Dat enge grote gebouw met die enge grote marmeren trappen en die enge lange gangen. Hoe ik me vastklampte aan dat ene klasgenootje van de basisschool met wie ik eigenlijk niet eens bevriend was. En vooral die grote enge klas met al die onbekende nieuwe klasgenoten, stuk voor stuk potentiële ellendelingen. Het is één van mijn vroegste herinneringen in kleur en met bewegend beeld. Zo groot is het trauma. Ik overdrijf natuurlijk. (Nee hoor.)
Als ik later die dag nog een poging waag bij de jongste, vertelt die me met glinsterende ogen dat ze zo’n leuke klas krijgt. ‘Ik heb al twee nieuwe beste vriendinnen er bij!’ zegt ze. ‘Hoe dan?’ zeg ik. Ik vraag of het meisjes uit haar oude klas zijn, of uit de straat, van turnen misschien? Maar ze komen uit andere dorpen, en ze heeft ze nog nooit gezien. Ze legt uit dat tien minuten nadat de klassenindeling in de brievenbus vielen, er via-via-via al een klassenappgroep was geformeerd. Van daaruit werden de eerste individuele lijntjes gelegd, en nou ja, de middelbare school was begonnen.
Niks zeven weken zenuwen of ze het wel zou kunnen vinden met haar nieuwe klasgenoten. Op insta en via facetime en in privé-whatsappgesprekken werden de eerste afspraken gemaakt over wie naast wie ging zitten. Via zussen en broers stroomden de verhalen en foto’s en tips over de eerste docenten binnen. Ze heeft er aan drie nu al een hekel en ze dist smakelijk anekdotes op en als ik niet beter wist zou ik denken dat ze er bij is geweest: ‘Echt vreselijk!’
‘Dus dat komt wel goed op school,’ zeg ik, meer tegen mezelf dan tegen haar. Ze trekt afwezig haar wenkbrauwen op en ik hoor haar bijna zeggen: ‘Ja hoor pappie, rustig maar.’