Puberlogica en logica voor ouders zijn twee heel verschillende dingen. Wat wij volstrekt normaal vinden, daarvan zijn pubers maar met moeite te overtuigen. Vandaar dus altijd de discussies thuis. En de rommel.
-Iedere ochtend je tanden poetsen
‘Ze worden straks toch weer vies’
-Iedere avond je tanden poetsen
‘Ik ga zo slapen, dus dan kan het toch niemand schelen dat ik uit mijn mond stink?’
-Lunch klaarmaken voor de pauze
‘Ik haal straks wel een zak chips en een frikandelbroodje’
-Een lege verpakking weggooien
‘Ik dacht, ik zet ‘m weer terug in de kast. Dan zie jij tenminste dat het op is.’
-De schriften, boeken en losse papiertjes van de grond rapen en enigszins geordend op je bureau leggen.
‘Het ligt daar ook prima. Ik vind het wel weer terug.’
-Je schoolboeken netjes houden, je hebt ze immers ’te leen’ en als ze stuk zijn moet je betalen.
‘Hoezo moet ik daarvoor betalen, ik kan er ook niks aan doen dat ze altijd op de grond liggen?’
-Je kleren in de was gooien.
‘Doe ik zo.’
-Je kleren geordend in de kast leggen, als in: onderbroeken bij de onderbroeken, t-shirts bij de t-shirts en broeken bij de broeken.
‘Waarom moet dat? Het ligt toch al in de kast?’
-Twee dezelfde sokken aantrekken.
‘Niemand ziet wat voor sokken ik aanheb.’
-Kleren aantrekken zonder vlekken.
‘Hoezo, het is toch schoon? Een soort van?’
-Op tijd uit bed komen.
‘Maar ik ben nog moe.’
-Douchen
‘Ik heb eergisteren nog gedoucht’
-Vuil serviesgoed, pizzadozen en lege verpakkingen even opruimen en naar de keuken brengen.
‘Gezellig toch, die mieren en zilvervisjes? En muizen op m’n kamer, lijkt me ook best leuk’
-Je uitkleden en een pyjama aantrekken voor je gaat slapen.
‘Waarom zou ik me twee keer omkleden als ik dezelfde kleren de volgende dag toch aantrek?’
-Regelmatig je bed verschonen.
‘Waarom zou ik dat doen, want dat is heel moeilijk en niemand ziet het.’
-Even naar huis bellen om te zeggen dat je niet mee-eet.
‘Als ik er niet ben, dan ben ik er toch niet?’
-Een appje beantwoorden.
‘Ik was bezig/mijn telefoon was leeg/ik had geen zin om te antwoorden’
-Als iemand een appje niet meteen beantwoordt, bedenken dat degene de app ontvangt misschien even niet in de gelegenheid is.
‘mam, mam, mam, mammaaaaaa, mam, mam, maaaaaaaaaaaam, mammaaaaaaa, (x 1000)
-Dat als je op je werk zit even niet kunt helpen zoeken naar de scheenbeschermers.
‘Waarom kun je nu niet naar huis komen?’
-Naar de winkel gaan met een lijstje en terugkomen met dingen die niet op het lijstje stonden en niet met dingen die er wel op stonden.
‘Maar die megazak M & M’s was in de bonus’