De vijftienjarige dochter van Mirjam gebruikte lachgas op een feestje, maar het lachen verging haar al snel. Aan Vivienne Groenewoud vertelt ze wat er daarna gebeurde.
‘Britt vertelde me dat ze zich voelde alsof ze doodging. Ze zag een blauw licht, en verder was alles wit. ‘Alsof ik op de Noordpool was mam’ . Zo beschreef ze het. ‘En ik zweefde op een grote, witte wolk.’ Daarna kreeg ze harde steken in haar hoofd, zei ze. Alsof er met een mes in werd gestoken. En haar lippen werden blauw, vertelde haar vriendinnetje later. Toen ging ze out.
Ik had ze wel eens zien liggen, die zilveren lachgas patroontjes. In het speeltuintje op de hoek, dat later in de avond altijd als hangplek wordt gebruikt door de oudere jeugd uit de buurt.
Toen ik er een keer een opmerking over maakte, vertelde Britt me dat het ‘in’ was om zo’n patroon leeg te laten lopen in een ballon en het spul vervolgens in te ademen. Je kon ze gewoon bij de Blokker kopen, volgens haar. ‘Er zijn zelfs van die sukkels die dat ook doen met aanstekergas, maar dat is echt zo slecht!’ vertelde ze er nog bij. Het klonk alsof ze het maar een beetje triest vond wat die pubers deden. Ook al was het het volgens haar onschuldig. Tenminste: als je het bij lachgas hield.
Natuurlijk weet je als ouder dat je kind dingen ziet in films en op internet. En dat pubers nu eenmaal nieuwsgierig zijn. Maar ik had geen enkele reden om aan te nemen dat Britt zelf ook zoiets zou willen proberen. We hebben altijd heel open gesproken over onderwerpen als drugs, en ze wist dat ze naar ons toe kon komen als ze vragen had. Maar elke keer als ik er wel eens naar hengelde, trok ze een gezicht: “Maham! Hou eens op, je weet toch dat ik zulke dingen niet nodig heb!’ zei ze dan een beetje beledigd.
Ik prees mezelf gelukkig met zo’n verstandige dochter. En ik denk nog steeds dat Britt nooit uit zichzelf het initiatief zou hebben genomen om zoiets te proberen, maar blijkbaar was ze toch gevoeliger voor groepsdruk dan ik dacht.
Van wat ik ervan heb begrepen had een jongen die ze leuk vond een aantal van die patroontjes bij zich op een feestje, en uiteindelijk besloot ze het samen met haar beste vriendinnetje toch maar eens te proberen. Bij Esmee ging alles goed, maar Britt heeft het gas waarschijnlijk te lang binnengehouden of teveel ingeademd, waardoor er zuurstofgebrek in haar hersenen ontstond en ze bewusteloos raakte.
Esmée dacht eerst nog dat ze een grapje maakte, maar toen ze haar niet wakker kregen en haar lippen helemaal blauw kleurden, heeft ze in paniek 112 gebeld. Godzijdank kwam Britt in de ambulance weer bij, maar ik moet er niet aan denken wat er gebeurd had kunnen zijn als ze minder geluk had gehad.
Inmiddels weet ik ook dat er zelfs kids zijn overleden aan lachgas en aanstekergas, en dan heb ik het nog niet eens over de andere gevaren zoals neurologische stoornissen en vruchtbaarheidsproblemen. Het is dus lang niet zo’n onschuldig middel als Britt vertelde. Inmiddels is ze weer de oude, maar ik ben door dit hele gebeuren wel een stuk alerter. Ook al lijkt de schrik er bij Britt goed in te zitten, ik zal er nooit meer blind vanuit gaan dat ‘mijn kind zoiets niet doet.’