Niet drinken tot je achttiende, het lijkt te helpen om de puberhersenen te beschermen tegen de schadelijke effecten van alcohol. Maar is dat ook echt zou? Dagblad Trouw dook -vijf jaar na de invoering van de leeftijdsgrens van achttien jaar- in de cijfers.
Het artikel begint niet bemoedigend met het openploppen van flessen wijn in het Vondelpark door een groep pubers. Toch beginnen jongeren, geholpen door de wet, later met het drinken van alcohol. Ouders hebben een stok achter de deur, aan drank komen is lastiger. Schoolfeesten en schoolreisjes zijn alcoholvrij, een kopzorg minder voor leraren.
Van de zestienjarigen heeft vijftig procent al eens gedronken. Maar als ze beginnen met drinken, zetten de pubers meteen hoog in. Dus ze beginnen niet met één biertje op een avond, maar drinken gelijk al ‘volwassen’ hoeveelheden. Kortom: een zeventienjarige uit 2018 drinkt net zoveel als eentje uit 2010.
Een ander effect van het alchoholverbod is dat de zogenaamde bingedrinkers ‘ouder’ zijn geworden. De gemiddelde leeftijd van opname in de alchoholpoli is gestegen van 14,9 naar 15,5 jaar. Maar de ernst van de vergiftiging was wel groter.
Hier lees je het hele artikel uit Trouw.