Afgelopen week werd er massaal op onze ‘Balanstrutjes-post’ gereageerd. Er waren veel boze reacties terwijl het stuk vooral was bedoeld als een wake-up call. Daarom kom ik er nog even op terug.
Als we eerst even naar de feiten kijken, er zijn veel vrouwen, want die werken nu eenmaal het meeste parttime, keihard nodig in bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs. De tekorten in deze beroepsgroepen zouden al opgelost zijn als alle parttimers een dag extra zouden gaan werken. Doen we dat niet, omdat vrouwen het graag zo willen houden zoals ze het nu hebben, dan gaat het inderdaad bergafwaarts met de zorg en het onderwijs. En dat willen we niet? Toch?
En dan nog iets: er staan namelijk 1 miljard Chinezen aan de poorten te rammelen van onze welvaartsmaatschappij, die wel bereid zijn 80 uur per week te werken. We moeten als land, als Europa, blijven werken aan onze concurrentiepositie.
Balanstrutje
Feit is ook dat we straks minder zekerheden hebben. Pensioen, een woning, een vaste baan, het is allemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Ik hoop mijn dochter (en mijn zoon) bij te brengen dat niks in je leven je komt aanwaaien. Dus dat het handig is om een stabiele basis te hebben onder een carrière. En die heb je niet als je al begint met een klein of geen baantje, oftewel als ‘balanstrutje’ (een term die trouwens niet van mijzelf is, maar van Zakenvrouw van het Jaar Elske Doets).
We moeten allemaal werken aan ons verdienmodel. En dat doe je niet door je loopbaan te beginnen met parttime werken. Ook een drie- of tweedaagse baan – hoe fijn ook – zet je mijlenver op achterstand. Je kunt wel vinden dat dit een verworvenheid is en fijn voor jezelf, maar denk ook aan jouw toekomst en die van je kinderen. Zestig procent van de vrouwen in Nederland is economisch niet zelfstandig. Dat is prima als je een man hebt die fulltime werkt, maar stel je voor dat je alleen komt te staan.
Dat laatste heb ik echt in mijn naaste omgeving een aantal keren gruwelijk mis zien gaan. Waarbij vrouwen een gigantische armoedeval maakte nadat ze gingen scheiden of mannen die uit onmacht omdat ze niet voor hun gezin konden zorgen, zelfmoord pleegden. In een gezin ben je allebei verantwoordelijk voor het inkomen. Wanneer er één wegvalt – door scheiding, ziekte, werkloosheid of overlijden – dan heb je altijd nog de andere pilaar om tegenaan te leunen. Hoe fijn is het dan, dat je als vrouw de kar kunt trekken? Het is toch ook voor je man een veel prettiger idee als hij weet dat hij niet alleen verantwoordelijk is voor de hypotheek? Je moet daarom jezelf aantrekkelijk blijven houden voor de arbeidsmarkt. Om straks, when shit hits the fan, toch te kunnen zorgen dat er brood (en graag met een beetje beleg) op de plank komt.
Arbeidsmarkt
Ik probeer mijn kinderen (M/V) mee te geven dat ze ieder voor zichzelf moeten kunnen zorgen. Dat ze hun school afmaken en vervolgens een opleiding kiezen waarmee ze kans maken op de arbeidsmarkt. En een carrière kiezen waarin ze niet alleen maar dingen doen die ‘leuk’ zijn. Als dat allebei het geval is, mooi meegenomen. Maar werken is nou eenmaal niet altijd leuk.
Waar ik iedere keer toch weer van schrik is hoe gereageerd wordt als het gaat om vrouwen die fulltime werken en wat voor invloed dat zou hebben op hun kinderen. Want als je als moeder fulltime werkt heb je blijkbaar niet door of je kinderen wel of niet goed in hun vel zitten of wel of niet iets tekort komen. Terwijl mijn pubers heerlijke kinderen zijn die uitstekend functioneren. Ik weet niet of ze net zo fijn waren geweest als hun moeder meer thuis was geweest en minder bezig met haar werk. Dat is namelijk niet het geval geweest.
Schuldgevoel
Ik heb me er dan ook nooit schuldig gevoeld over dat mijn kinderen op de crèche en later op de naschoolse opvang zaten. En ik laat mij dat schuldgevoel ook niet aanpraten. Stuitend vind ik het, om te lezen dat ik ‘kutkinderen’ heb. En dat ik ‘blijkbaar iedere dag uitgeput op de bank zit’ en ‘geen leven heb’ en ‘alleen maar werk voor de tweede auto en de wintersport’. Dat zijn nogal pertinente aannames. Het is mijn keuze om fulltime te werken. Omdat ik het als een morele plicht zie alle kansen te benutten die deze maatschappij mij biedt. Want mán, wat leven we in luxe hier.
Dus mocht je na het lezen van dit stukje denken: goh, ik zou wel wat meer willen werken (in de zorg of in het onderwijs, ja graag!) of meer willen betekenen voor de maatschappij, kijk je man dan eens diep in de ogen en laat hem de was doen. Of de boodschappen of een dag minder werken.