De inhoud van de huidige schoolboeken is zo’n dertien jaar geleden vastgelegd. Daarmee zijn ze hopeloos verouderd. Het moet dus anders vinden leraren en schoolleiders.
Lesstof in het Nederlandse onderwijs moet anders
Onze pubers leren zich niet goed voorbereiden op hun persoonlijke en maatschappelijke leven. Dat staat in een advies dat vandaag is aangeboden aan minister Slob van Onderwijs. Dat advies is samengesteld door 150 leraren en schoolleiders die vinden dat het anders moet. De stof in de lesboeken is verouderd, de tijd is razendsnel veranderd in de afgelopen dertien jaar.
Op NOS.nl benadrukt voorzitter van de adviescommissie curriculum.nu dat het onderwijs te maken heeft complexe vraagstukken. De commissie wil niet dat er nieuwe vakken bijkomen, maar dat de voorstellen moeten worden ingevoegd in het bestaande vakkenpakket. Ook vinden ze dat het basisonderwijs beter moet aansluiten op het voortgezet onderwijs.
Burgerschap
Onder meer het vak burgerschap, het aanleren van de basiswaarden van een democratische samenleving, moet meer en beter geïmplementeerd worden. En dat hoeft niet alleen tijdens Geschiedenis of Maatschappijleer, maar kan ook een speciaal project bij Nederlands zijn. Ook pleit de commissie voor leren programmeren en moet er meer aandacht zijn voor gezondheid en een gezonde leefstijl.
De grootste klacht van de adviescommissie is dat de stof achterhaald is. In de boeken staat er bijvoorbeeld bijzonder weinig over de digitale wereld waarin we nu leven. Internet komt slechts kort aanbod als iets waar je informatie mee kunt verzamelen. Maar over je digitale afdruk, sexting, data, codering leren kinderen niks. Er valt dus een inhaalslag te halen als het op digitale geletterdheid aankomt.
Betere seksuele voorlichting
Hoewel de leerlingen in dit advies niet aan het woord komen, vinden zij ook dat er wel het een en ander kan veranderen. In dagblad Trouw stond gisteren dat jongeren ontevreden zijn over seksuele voorlichting op school. Dat blijkt uit een onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland. De scholieren geven de lessen seksuele vorming op school gemiddeld een 5,8. Reden: er is te weinig aandacht voor homoseksualiteit, genderdiversiteit of over hoe je met elkaar omgaat in een relatie of tijdens seks. En vooral moeten ook de leuke kanten van seks worden uitgelicht.
Marianne Cense van Rutgers legt uit dat seksuele vorming vooral wordt gegeven in de hogere klassen van de basisschool en in de onderbouw van de middelbare school. Daarna is er nog nauwelijks aandacht voor. Maar scholieren worden vaak pas in de hogere klassen seksueel actief en krijgen dan ook andere vragen. Het zou mooi zijn als dit ook in het advies kan worden meegenomen.
En nu?
Hoe nu verder? Want het is natuurlijk fijn als onze pubers goed onderwijs krijgen. Stel minister Slob vindt ook dat er iets moet veranderen, dan is de eerste stap dat hij met een inhoudelijk voorstel moet komen om de voorstellen van de commissie om te zetten in kerndoelen. Dat zijn teksten in de wet, waarin exacter is omschreven wat Nederlandse kinderen moeten leren op school. Daarna kunnen de boeken worden aangepast.
Wat het advies in ieder geval niet heeft gehaald is het zingen van het Wilhelmus in de klas. Hoewel dit stokpaardje van de voormalige CDA-leider Buma een afspraak in het regeerakkoord was, wordt het volkslied voorlopig niet gezongen in de klas. De pijlen zijn nu echt gericht op digitaliseringsonderwijs en, als het aan de leerlingen zelf ligt, seksuele voorlichting.
Lees ook: Seksuele voorlichting lijkt vooral op een rampenbestrijding en Deze pubers geven les in genderdiversiteit.