Welke fasen kent de puberteit? Net als de babytijd en de peutertijd heeft ook de puberteit namelijk een aantal fasen.
De Ik-begrijp-het-zelf-ook-niet fase
De ene keer zijn pubers compleet over de rel over iets futiels als een haarlok die niet wil, de andere keer hebben ze daarover de slappe lach. Ze proberen nadien wel uit te leggen waarom ze zich zo gedragen, maar ze weten het gewoon niet.
De Ik-ben-de-hele-dag-boos-fase
Ze zijn het omdat ze iets moeten doen in huis. Of omdat jij tegen ze praat. Of omdat wij niet doen wat zij willen. Of omdat zij niet mogen wat ze willen. Of ze zijn gewoon boos om het boos zijn. Er hangt, kortom, de hele dag een donderwolk boven hun hoofd.
De Ik-schaam-me-de-ogen-uit-mijn-kop-voor-jullie-fase
Dansen door de kamer? ‘Doe maar niet.’ Aardig doen tegen hun vrienden? Mam, je bent echt niet grappig.’ Samen ergens heen fietsen? ‘Ik fiets wel achter je, zo’n 100 meter’. Je kind ophalen voor de schoolpoort? ‘Uitgesloten’ Liever hadden ze helemaal niet dat je bestond.
De Van-jullie-mag-ik-ook-niks-fase
Waarom mag je op vijftiende niet met zes vrienden in de trein naar Boedapest van de zomer naar een festival? Op je zeventiende naar Nepal? Liften naar Parijs en daar dan blijven slapen bij een typetje dat ze hebben ontmoet via internet. Hoezo mag dat niet? Daar begrijpen ze dus helemaal niks van.
De In-mijn-hoofd-is-het-een-chaos-fase
Pubers zijn soms in de war. Vergeten nog meer dan ze al deden, maken een nog grotere puinhoop van hun kamers en leven. Wat er in dat hoofd omgaat, waarschijnlijk ben jij de laatste die het te weten komt. Vraag in ieder geval niet: ‘Ben je soms verliefd?’
De School-kan-mij-niks-schelen-fase
Huiswerk maken? Niet interessant. Cijfers kelderen als de beurskoersen tijdens de crisis en je krijgt om de haverklap een telefoontje van de conrector omdat ‘die van jou’ weer eens niet op school is verschenen. Ging school eerst crescendo, nu gooien pubers er met hun pet naar. Zorgt bij jou voor slapeloze nachten en van deze fase hoop je snel dat die voorbij is.
De Ik-probeer-alles-uit-fase
Met een winkelwagentje van een helling af, een hele nacht niet slapen en dan toch gaan werken, rare dingen doen met je haar, keuken-experimenten, uitproberen hoe hard die brommer kan en uitzoeken hoe lang je hard kunt rijden zonder een agent tegen te komen. Alles uitproberen hoort nu eenmaal bij het puberschap. Jij hoopt maar dat de deze fase zonder kleerscheuren doorkomen.
De Ik-doe-niet-wat-jullie-zeggen-omdat-jullie-het-zeggen-fase
Ouder geven graag goede raad aan pubers. Zoals: ‘niet al je geld opmaken’, ‘haal in ieder geval een diploma’ en ‘trek een jas aan’. Maar die wordt over het algemeen in de wind geslagen. Totdat de volgende fase aanbreekt (zie hieronder).
De Ik-denk-dat-ik-heel-volwassen-ben-maar-heb-toch-mijn-moeder-nodig-fase
We denken dat pubers hun zaakjes voor elkaar hebben en zich gedragen alsof ze de baas zijn van een heel imperium. Maar het liefst willen ze dat jij hun boterhammen smeert. En ze kunnen wel de hele stad doorkruisen, maar bellen jou om de vijf minuten om de weg te vragen of of jij ze op kunt halen.
De Hotel-Mama fase
Pubers weten inmiddels heus wel hoe de wasmachine en de vaatwasser werken. En kunnen ook prima zelf een potje koken, maar ze hebben toch liever dat jij het doet. En even melden dat je niet kunt eten? ‘O sorry, vergeten’ Als je in deze fase bent aanbeland, kunnen ze wat ons betreft wel het huis uit.