Martine vindt de laat-maar-waaien-houding van ouders tegenover alcoholvrij bier tergend. Maar wil dan wel dat haar zoon gezellig met haar een kopje koffie drinkt. Consequent? Ehhhh…
Wij ouders van groep 8 waren er al snel uit bij het feestje. De mini-pubers vonden het een prima idee om Radler en ander 0,0-bier en bier-achtigen in te slaan. Want toch stoer, maar wel alcoholvrij. Wat konden wij daarop tegen hebben? Maar we vonden het toch niet goed. Immers, een alcoholvrij biertje lijkt op een gewoon biertje en als ze al wennen aan de smaak, drinken ze binnen de kortste keren ‘echt’ bier. Niet nu, op hun twaalfde, maar misschien al wel als ze vijftien of zestien zijn.
Met fris zetten de prepubers zich vrij snel over de teleurstelling heen. Maar een paar dagen later op een feestje zie ik kinderen van die leeftijd wel rondlopen met Radler 0,0. Als ik daar een van de ouders over spreek, dan zegt die: “Maar daar zit toch geen alcohol in?” Ik werp tegen dat de stap naar echt bier zo een stuk kleiner wordt. Hij: “En Jip en Janneke-champagne dan?”
Dat Aldi en Lidl laatst besloten om energy drinks te verbieden voor kinderen onder de veertien, werd in ieder geval door mij met luid gejuich ontvangen. Die drankjes zijn zoet en zitten zo boordevol cafeïne dat kinderen er hartritmestoornissen van kunnen krijgen. Helemaal goed dus dat jonge pubers die niet meer zelf kunnen halen in de supermarkt.
Dat onze kinderen helemaal geen alcohol meer kunnen kopen in de supermarkt, vinden we volstrekt normaal. Zelf zetten we geen fles wijn meer op tafel, maar een kan water uit angst voor de vraag: ‘Maar jullie drinken toch ook elke dag?’ We vinden het niet goed dat ze alcoholvrij bier en energy drinks drinken, maar laatst hoorde ik mezelf wel tegen mijn zoon van veertien zeggen dat ik het prima zou vinden als hij gezellig een kopje koffie met mij zou drinken.
Maar nadat ik dat gezegd had, vroeg ik me af of dat eigenlijk wel slim is. In koffie zit toch ook cafeïne? En in de vorm waarin pubers het meestal drinken, ook meestal heel veel melk en zoetigheid. Ben ik met het aanbieden van koffie dan net zo ‘slecht’ als de ouders die vinden dat hun kinderen best ‘gezellig’ een sigaretje mee kunnen roken? En bovendien: koffie is weliswaar niet zo verslavend als roken, maar zelf zou ik geen dag zonder kunnen. Dus zat ik hier mijn zoon niet gewoon een verslaving aan te praten?
Het leek me daarom eerst wel handig om op te zoeken of koffie eigenlijk wel goed is voor zo’n jongen. Gelukkig was daar het Voedingscentrum met zijn advies: onder de dertien liever geen cafeïne. Boven de veertien maximaal eentje per dag.
Het mag dus wel, maar dus met mate. Toen de serveerster kwam, gaf de zoon trouwens te kennen koffie ‘kapot smerig’ te vinden. En als hij dan toch iets slechts moest drinken, dan had hij liever een cola zei hij erachteraan en bestelde vervolgens een appelsapje.