Geen broodtrommel mee, maar elke dag een broodje halen in de schoolkantine of bij Mcdonald’s. En natuurlijk een latte bij de koffietent om de hoek. En dan nog telefoonabonnement van 50 euro per maand: het zijn geen kinderachtige bedragen die Amsterdamse tieners uitgeven. Suzan, Bo, Lotje en Jessie hebben echt geen rijke ouders, maar ze laten het wel breed hangen.
Ze hoeven echt geen dure merkkleding en ze wonen niet in het sjieke Amsterdam-Zuid, maar in de buitenwijken Amsterdam-West, Amsterdam-Oost en IJburg. Toch hebben de klasgenootjes Suzan, Bo, Lotje en Jessie, allen uit 3 vwo, hebben een behoorlijk volwassen bestedingspatroon.
Voor de lunch krijgen de dames elke dag geld mee van hun ouders. Jessie (14) krijgt ‘vier of vijf euro per dag’ voor een broodje kaas van 1,70 euro op school, een latte bij de Coffee Company of een Swirl-ijsje. Als ze een dag niets uitgeeft, kan er de volgende dag wel een menu bij de McDonald’s vanaf. Op soms een pakje Sultana’s na, nemen ze niets mee van huis. “Van eten dat niet vers is, word ik misselijk,” zegt Suzan.
Britt (bijna 15) krijgt geld van haar moeder ‘als ze het nodig heeft’. “Dat klinkt wel verwend hè?” Zeuren moet ze soms wel. “Soms zie ik een mooi dingetje, iets waar ik heel verliefd op ben. Dan zegt mijn moeder ook wel: nee, je heb al genoeg kleren.” Jessie en Lotje krijgen wel zak- en kleedgeld, respectievelijk 70 euro en 100 euro. Maar als dat op is, springt pa of moe bij met dat extra tientje voor de kermis of de bioscoop.
Jessie vertelt dat ze bij haar moeder heeft gezeurd om een leren jasje. Toen dat vervolgens niet over de brug kwam, ging ze naar haar vader, die wel groen licht gaf. “Daar voel ik me wel een beetje schuldig over.” Vanmiddag gaat ze kijken of hij het geld heeft overgemaakt.
De dames hebben alle vier een smartphone mét internetabonnement. Kosten: 50 euro per maand. Pa en ma betalen. Bij Lotje gaat het weliswaar af van haar kleedgeld, maar toen de rekening 132 euro bedroeg werd het tekort – zij het na een ernstig gesprek – wel bijgepast.
Bo heeft, zoals het Nibud voorschrijft, twee maanden lang kleedgeld gehad. Maar het werkte niet, vertelt haar moeder Marieke. “Ik ben zelf niet consequent, dus het ging niet zo heel goed.” Het geld voor het broodje op school vindt ze logisch “Op mijn werk haal ik ook altijd iets, daar heb ik ook geen broodtrommel bij me.”
Het zijn inderdaad niet de merkkleren die belangrijk zijn voor Bo. Maar wel wat haar vriendinnen doen. “Ik gun haar een leuke schooltijd. Daar ga ik wel redelijk ver in mee,” zegt moeder Marieke. Aan de andere kant: “Ze is echt heel blij als ze wat krijgt.” En ze is volgens haar moeder zich er ook van bewust dat de bodem van de schatkist aan het einde van de maand in zicht is. “Op is op. Dat begrijpt ze gelukkig wel.”
De nieuwste wens van Bo en haar vriendinnen is een Vespa. Een nieuwe. Nodig, want Bo woont op IJburg. Haar moeder: “Bo vroeg aan mij ‘als ik zestien ben, krijg ik dan een Vespa?’ Dat zit er echt niet in. Maar als ze de helft bij elkaar kan sparen, dan wil ik de andere helft er wel bijleggen.” Wie dus een oppas zoekt op IJburg, Bo houdt zich van harte aanbevolen.
Wat ze volgens het Nibud zouden moeten krijgen:
15 jaar: zakgeld tussen € 3,50 en € 7 per week; kleedgeld tussen € 45 en € 70 per maand.18 jaar: zakgeld tussen € 5 en € 11,60 per week; kleedgeld tussen € 50 en € 85 per maand. Over telefoongeld is het budgetinstituut vaag, maar het geeft de voorkeur aan prepaid bellen boven een abonnement.
Wat Amsterdamse tieners heel normaal vinden:
Lunch voor op school: €25 per week. Werkweken: survival Ardennen (€ 150), skitrip (€ 400), week Londen (€ 500) eindexamenreis naar Mallorca (€ 400, exclusief zakgeld) Avond stappen rond het Leidseplein: € 60 Telefoonabonnement met internet: € 50. Een nieuwe Vespa € 2700, brommerrijbewijs € 300