Anne heeft drie pubers op drie verschillende scholen. Die allemaal op een ander moment meivakantie hebben. En dus zit zij een maand lang met afwijkende roosters omdat dan de een vrij is en dan de ander. Lekker dan.
Puber één heeft al dik een week vakantie. Terwijl zijn broer en zus nog naar school moesten. Puber twee heeft alleen aankomende week vakantie. En puber drie moet deze week nog naar school en heeft daarna pas meivakantie. Er is, kortom, geen moment dat ze alle drie tegelijk vrij zijn. En zit ik met steeds een andere samenstelling van vakantievierende pubers terwijl ik gewoon moet werken.
Flexibele vakantiedagen
Vroeger waren de schoolvakanties nog overzichtelijk. Er was een herfst-, kerst-, voorjaars-, en paasvakantie. En dan kwam die maand met allerlei gekke dagen en lange weekenden. Maar die had je dan gewoon vrij. En ineens heeft iemand op het ministerie van Onderwijs bedacht: laten we die dagen gewoon aan elkaar rijgen want dan hebben we in mei ook lekker vakantie. Oh, en laten we de scholen die meivakantie dan ook maar zelf invullen in het kader van flexibele vakantiedagen en zo. Nou, deze ambtenaar wordt ontzettend bedankt.
Niet allemaal tegelijk
De scholen van mijn kinderen vallen allemaal binnen dezelfde regio. Dan zou je denken als schooldirecteur: ‘ik kijk even bij de buren hoe zij het doen’, of: ‘laten we even overleggen met elkaar’, zodat er een universele vakantieperiode is voor alle pubers in deze regio. Maar nee, die meivakantie vullen ze geheel naar eigen belang in. Waardoor mijn kinderen in een tijdbestek van een maand allemaal wel ergens een vakantiemomentje hebben. Maar nooit allemaal tegelijk.
Ik heb vakantie, jij lekker niet
In de praktijk betekent dit vooral voor ouders een opgave. Los van dat ik steeds vergeet wie er ook al weer vakantie heeft en de verkeerde puber wakker maak die bromt dat hij VAKANTIE heeft en of ik hem niet wil storen en verkeerde lunchpakketjes maak, te veel, te weinig, voor de verkeerde puber, en nooit weet wie er op welk moment thuis is. Bovendien zitten die pubers elkaar ook lekker dwars. De hele dag hoor ik: ‘Ik heb vakantie, jij lekker niet’ of ‘Ik ga morgen de hele dag slapen/gamen/hangen/niks doen, want ik heb géén school’.
Bovendien neemt het pestgehalte behoorlijk toe met pubers die wel en niet naar school hoeven: ‘Wat ga jij morgen doen? Oh, je moet naar school? Jammer voor je’ en ‘Je zal vandaag maar huiswerk moeten maken. Oh, jij hebt huiswerk? Wat erg voor je’. En vliegen ze elkaar om de haverklap in de haren. En ik zit daar tussen en probeer mijn werk te doen. Inderdaad, niet te doen.
Wanneer keert de rust terug?
Ondertussen tel ik de dagen af naar het moment dat iedereen weer naar school gaat. Ik kijk in mijn agenda, over een week is het zover. Handenwrijvend bedenk ik me hoe fijn het zal zijn als straks de rust is teruggekeerd hier in huis. En dan druppelen de mails van de scholen van mijn pubers mijn inbox binnen. De een heeft straks extra vrije dagen rond Hemelvaart, de ander met Pinksteren. En nummer drie heeft ergens in juni nog een week vakantie omdat er nog dagen blijkbaar over waren. Zucht. Die rust keert, denk ik, pas in september hier weer terug.