Nog even en dan krijgen achtstegroepers hun schooladvies. En dan begint het pas. Want welke school ga je kiezen? En wordt het nou de theaterklas of sportklas? Ipad-onderwijs of iets echt-toe-recht-aans met boeken?
Nog even en dan is het hoge woord eruit: je kind krijgt zijn advies voor de de middelbare school. Op sommige scholen mogen kinderen nu al proefdraaien of rondkijken. Maar hoe weet je dat je de goede keuze maakt voor de komende 4, 5 of 6 jaar? Een beetje gemeente heeft toch algauw drie à vier middelbare scholen binnen de stadsgrenzen. In sommige steden is het al helemaal ingewikkeld: in Amsterdam bijvoorbeeld kunnen kinderen met een vwo-advies kiezen uit 30 scholen. 30! En dan hebben kinderen ook nog de keuze uit de theaterklas of de kunstklas, het technische profiel of de sportrichting. Hoe kies je dan in godsnaam?
Beste beentje voor op de open dag
Al die scholen willen graag dat die brugpieper-in-spe van jou bij hen komt, dus tijdens de open dagen is de vloer geveegd en de WC gepoetst en hebben de docenten hun zondagse pak aangetrokken en zetten hun beste beentje voor. Natuurlijk zijn daarbij ook nog eens coronamaatregelen getroffen, waardoor de open dagen op een creatieve manier worden vormgegeven. De toneelclub en het orkest is opgetrommeld en de meest flitsende leermiddelen zijn tentoongesteld. Maar hoe weet je of dat altijd zo is? Want die leraren kunnen wel aardig doen en er vakbekwaam uitzien, maar zijn ze dat ook?
Gaat de basisschool je daar een beetje bij helpen? Die kennen je kind en zijn schoolprestaties natuurlijk het allerbeste. Maar nee. En begrijpelijk ook. Want ze hebben niet het complete overzicht van het aanbod. ‘Bovendien’, zo zei de directeur van de basisschool van mijn zoon, ‘wat de een een goede school vindt, hoeft niet per se iets te zijn voor iemand anders.’ Hij had wel een andere gouden tip: ga kijken op het schoolplein op een dag dat er geen open dag is. Dan kun je zien of het inderdaad zo uitziet als is voorgespiegeld. En vooral ook: of het publiek dat je daar aantreft een beetje aansluit bij jouw kind.
Puber zelf laten kiezen
Een andere manier om een beetje in de peiling te krijgen wat leuk zou zijn voor je kind is proeflesjes volgen. De meeste scholen organiseren deze lessen voor alleen de leerlingen. Zo kan je kind zonder pottenkijkende ouders bekijken wat hij aantrekkelijk vindt en wat niet. Mijn zoon hoefde bijvoorbeeld niet per se naar het gymnasium, maar toen hij met rode konen terugkwam van zijn proeflesjes cultuurgeschiedenis en Latijn, wisten we dat we die optie toch maar moesten open houden.
Het grappige dat kinderen weer heel anders kijken en kiezen dan hun ouders. Voor hen is het belangrijk of hun beste vriend of vriendin ook naar die school gaat. En of het gebouw een beetje prettig aanvoelt, en of het ver fietsen is. Het aanbod in de kantine is voor pubers ook niet onbelangrijk. En wordt er gekozen aan de hand van het lekkere dingen in de kantine-criterium. Voor ons lijkt de keuze die pubers maken en het waarom misschien niet logisch. Maar pubers kiezen op gevoel en dat is misschien nog wel het allerbelangrijkste. Voelt deze school goed? Past deze school bij mij? Ben ik hier op mijn gemak?
Laat je kind in ieder geval kiezen. Hij moet tenslotte vier, vijf of zes jaar door die gangen lopen en jij niet. Zelf kom je er misschien hooguit twee keer per jaar een minuutje of tien. En als je geluk hebt naar de diploma-uitreiking.
***