Vorig jaar slaagde de zoon van Martine met prachtige cijfers voor het gymnasium. Iedereen om haar heen vond dat ze wel supertrots moest zijn. Maar zo voelde ze dat helemaal niet.
‘En, heeft z’n vader al opgeschept over zijn cijfers?’ vraag ik een vriendin die mij feliciteert met het slagen van mijn zoon. ‘Tuurlijk’, antwoordt zij, gevolgd door een roflol-smiley. ‘Mooi’, antwoord ik, ‘Dan hoef ik het niet te doen.’
Mijn zoon slaagde met vijf achten en vier negens voor het vwo. Zei ik nou vwo? Ik moet eigenlijk gymnasium zeggen, maar ik vind het moeilijk om hierop trots te zijn. Te voelen dat dit eigenlijk iets heel bijzonders is. Want hoeveel kinderen kunnen dit? In tegenstelling tot zijn vader, die nog net niet die fantastische cijferlijst had getwitterd, deelde ik op de socials alleen maar dat mijn kind ‘geslaagd’ was. Iedereen die ik wel deelgenoot maakte van zijn cijfers vroeg aan mij of ik niet ‘supertrots’ was op mijn kind, of -zoals iemand dit aanduidde: ‘Je moet toch uit je panty knappen van trots?’
Valse bescheidenheid
Valse bescheidenheid is het niet, ik heb juist schroom om trots te zijn op mijn kind. Omdat ik weet dat er heel veel kinderen zijn die dezer dagen geen vlaggewapper meemaken, omdat ze om wat voor reden dan ook zijn uitgevallen met school. Of die zich schamen omdat ze ‘maar’ vmbo hebben gedaan en misschien net zo hard of misschien wel harder hebben gewerkt dan mijn zoon. Ik heb het idee dat ik voor deze kinderen dan harder moet applaudisseren dan voor mijn eigen kind.
Maar misschien ben ik ook niet van blijdschap in de gracht gesprongen, omdat ik me ook plaatsvervangend geneer voor al die ouders die supertrots wel melden dat hun kind cum laude, met tien vakken en een tien op hun eindlijst zijn geslaagd voor het vwo. Want die heb je dan wel mooi meegepakt. ‘In the pocket’, zoals je het dan leest op de socials.
Maar is dit je verdienste als ouder?, kun je je daarbij afvragen. Zo’n kind heeft dat diploma namelijk helemaal zelf gehaald. Vooral mijn zoon. Die duldde geen ouderlijke bemoeienis en sloeg ieder aanbod voor bijles af, terwijl hij een acht nodig had voor wiskunde voor zijn vervolgstudie. Had ik al verteld dat hij ook daarvoor de selectie helemaal zelf had geregeld? En dat hij is aangenomen?
Geweldig kind
Trots is dus gewoon niet het goede woord. Omdat ik voor dat cum laude diploma zelf weinig tot niets voor heb gedaan, behalve opdraven op ouderavonden en ieder jaar schoolgeld betalen. Ik voel blijdschap en dankbaarheid dat mijn geweldige kind het zo geweldig heeft gedaan. Misschien moeten we als ouders dan ook niet meer trots zijn op onze kinderen, maar zeggen dat je blij bent met wat ze hebben bereikt.
Mijn zoon zelf vond dat delen op social media van ons vooral heel erg lame. Maar hij wilde zeker wel een vlag (zie foto) en een gin-tonic en hij krijgt een pak voor de uitreiking, en een diner en een examenreis en een feestje of twee, drie. Allemaal dubbel en dwars verdiend. Want hij is de enige bij wie de trots gepast is.
En je ziet dat het ophangen van die vlag nog wel een dingetje was, want dat leer je dan weer niet op het gymnasium.