Erna is oma van een heel stel pubers. Maar als haar kinderen klagen over het geloer op schermpjes en de puinhoop thuis, dan doet zij er minzaam het zwijgen toe. Want wat deden zij in de jaren tachtig? Juist.
Vijf oudere broers had ik, plus een grote en een kleine zus. Er werd volop gepuberd, dwars gelegen, geluiwammest, lol getrapt en troep gemaakt bij ons thuis. Dat alles in de jaren vijftig en zestig.
Bibliotheekboeken, scharen, rollen plakband en lievelingssokken waren altijd weg en bleven soms weg. Voor eeuwig verzwolgen in de Verloren Voorwerpen Vergaarbak. Mijn oudste broer trotseerde het gezag van mijn vader zo ernstig dat hij uiteindelijk op zijn twintigste naar Brazilië emigreerde nadat hij op de valreep zijn vriendin had bezwangerd.
De pil bestond nog niet. Het zou een huwelijk-met-de-handschoen worden. Mijn jongste broers vochten elkaar zodanig de tent uit dat ik oprecht bezorgd was dat een van twee het leven zou laten. Dat gebeurde nooit want voor die tijd rolden ze al vechtend ergens tegenaan zodat serviesgoed brak en de strijd abrupt gestaakt werd.
Want op dat moment hadden ze samen een probleem. Speciaal als het om de koffiekopjes van mijn grote zus ging die ze van haar eerst verdiende geld had gekocht. Onze moeder werd niet heet of koud van een theepot met een barst. Daar plakte ze doodleuk een stuk roze leukoplast op. Ook als het de wedgewood pot van mijn oma was.
Een relaxte levenshouding die ik min of meer overgenomen heb. Net als zij trouwde ik piepjong – de pil was iets te laat -, kreeg een dochter en twee zoons die soms ook slaags raakten. En hoe!
De een stompte de ander een gebroken vuist op de vrijdagmiddag dat ik les moest geven. Mijn wettige lief had thuis zullen zijn, maar vond dat ze wel even alleen gelaten konden worden ‘als ik thuis zit met de thee, gaan ze bij een vriendje spelen.’ Ja, me hoela, zó spelen ze bij dat vriendje en zó komen ze thuis met een gat in hun knie.
Dat was begin jaren tachtig.
Het alles-moet-kunnen-tijdperk met sigaretten paffende leerkrachten die hun puberende leerlingen hardop seksueel getinte passages uit Jan Wolkers lieten voorlezen omdat ze zelf zo gefrustreerd als een ui waren.
Chaotische tijden, ook in ons huishouden. De zoons hadden honkbaltrainingen op rare uren zodat de gezamenlijke avondmaaltijd zelden ‘gezamenlijk’ genuttigd kon worden.
Oudste dochter had een tussenjaar, gevuld met cursussen en vrijwilligerswerk waar ze geregeld flink chagrijnig van thuis kwam, want totaal geen uitdaging.
‘Pap en mam’ respectievelijk 4 parttime banen en tal van freelance klussen konden er ook wat van qua planning en dus was het huishouden geregeld een puinhoop van stervende planten, stapels wasgoed, en een stampvol aanrecht. Om van hun puberkamers niet te spreken.
Er ‘mocht’ geen afwasmachine komen wegens milieu overwegingen van mijn geliefde maar afwasbeurten werkten voor geen meter want: ‘pappa doet altijd de makkelijke dingen en laat de pannen en het aanrecht aan ons over.’ Uiteraard kwam die afwasmachine er toch.
Sterker nog: zodra onze kinderen in de fase van eigen huizen en eigen gezinnen kwamen, drukte ik ze op het hart een afwasmachine aan te schaffen én huishoudelijke hulp te nemen.
Inmiddels hebben ze zelf kinderen en verzuchten: ‘godallemachtig wat maken ze er toch een puinhoop van. Moet je die kamers zien.’
Dan zeg ik niks. Ook mopperen ze op hun pubers vanwege frequent geloer op schermpjes waardoor die zich afsluiten van het gezinsleven. Maar dan denk ik aan de ellenlange telefonades met vriendinnen. En mijn vader die machteloos stond te gebaren dat ik moest STOPPEN. Want het ging nergens over….dacht hij.
Ja, dúh. Het ging om Belangrijke Zaken. Waar Hij Niks Van Snapte. Dat was in 1958.