Morgen is het Paarse Vrijdag. Een dag waarop iedereen door het dragen van de kleur paars hun solidariteit kan tonen met homo- en biseksuele, lesbische en transgender jongeren. Maar bij mijn pubers leeft dit helemaal niet zo.
‘Trekken jullie morgen iets paars aan?’, vraag ik mijn pubers als ze uit school komen. Er volgt een zucht. ‘Nee hoor mam, daar zijn we helemaal niet mee bezig.’ Ik ben enigszins verbaasd. Mijn open minded pubers die deze dag niet ‘vieren’? Ze proberen het gesprek nog te ontwijken door te mompelen dat ze ziek veel huiswerk hebben, maar daar trap ik niet in. Want ik wil weten wat hun gedachten zijn over deze paarse dag.
Iedereen is íets
Waarom ze niet staan te springen, leggen ze geduldig uit, is omdat ze eigenlijk helemaal niet bezig zijn met iemands geaardheid. In de klas van mijn dochter zit een lesbisch meisje, een vriendin van de basisschool heeft een transseksuele zus die nu een broer wordt. In de klas van mijn zoon zitten twee homoseksuele jongens. ‘En tegenwoordig is iedereen bi’, zeggen ze er achteloos bij. Op feestjes zoenen jongens met jongens en meisjes en meisjes met meisjes en jongens.
‘Maar ja’, gaan ze laconiek verder, ‘iedereen is tegenwoordig íets: genderqueer, pangender, agender, crossdresser, neutrois. ‘Snap je?’, vragen ze. ‘O, en wij zelf zijn cisgender, mocht je dat misschien willen weten.’ Eh, cisgender? ‘Ja, dat als je geboortegeslacht overeenkomt met je ervaren genderidentiteit, over het algemeen is dat iedereen die heteroseksueel is.’
Binnenkant vs buitenkant
Ik ben er stil van. In nog minder dan een minuut is de wereld aan genders over de keukentafel gevlogen. Hoe weten ze dit allemaal? ‘Mam, dit is ons dagelijks leven’, roepen ze. ‘Daarom hoeven we er geen extra aandacht aan te besteden, wat je bent maakt niks uit, het gaat om wie je bent.’ Het ontroerd me dat ze er zo over denken. Dat ze verder kijken dan de buitenkant. Want aan die buitenkant is weliswaar van alles te zien, maar dat zegt nog niks over wie je bent.
Maar toch. Uit onderzoek is gebleken dat op de helft van de middelbare scholen in Nederland die verschillende genders zich niet veilig genoeg voelen om ervoor uit te komen wie ze echt zijn. Wat vinden mijn pubers daar dan van? Ze herkennen hun scholen, gelukkig, niet erin. Bij hun op school kan iedereen zijn wie hij of zij of het is. De struggles die ze ervaren zijn niet of je je een jongen of een meisje of iets daar tussenin voelt, maar of je je wiskunde toets een beetje goed maakt, hoe je onder de bulk huiswerk uitkomt en of diegene op wie je verliefd bent je ziet staan.
Pubers zijn solidair
Ze maken weer aanstalten om naar boven te gaan. Op school worden ze al, en ik quote, doodgegooid met lhbtiq-voorlichting, dus hoeven ze het thuis er niet over te hebben, toch? Dat mag, mits ze morgen dan wel iets paars aantrekken, roep ik. Want ik vind dat ze best solidair kunnen zijn met al die pubers op die scholen waar ze niet voor hun gender, welke dat ook moge zijn, uit kunnen of durven komen. Helaas gaat dat ‘m niet worden voor mijn pubers. Paars vinden ze namelijk de meeste stomme kleur die is er. Wie heeft in godsnaam die kleur bedacht? Ze hebben geen eens iets paars in hun kast hangen. Bovendien zíjn ze al solidair. 365 dagen per jaar. Door niemand te judgen geven ze aan al die mensen die wel judgen het goede voorbeeld. Ik ben bang dat ik morgen als enige met een paarse trui rondloop.
***
NB: zoals het op de scholen van mijn pubers gaat, gaat het helaas niet overal. In de Volkskrant verscheen vorig jaar een artikel naar aanleiding van Paarse vrijdag. Helaas werd dat jaar bijna de helft van de lhbtiq-leerlingen uitgescholden wegens hun seksuele oriëntatie. Ze worden expres buitengesloten door andere leerlingen (72,8 procent) en er worden veel roddels en leugens over ze verspreid (66,8 procent). Een dag als deze is dus belangrijk om bij stil te staan.