Nee, heel blij wordt Sara er niet van, van die ongevraagde horrorverhalen over pubers die ze elke keer voor haar voeten geworpen krijgt. Kunnen die moeders ook even hun mond houden alsjeblieft? Dan zoekt ze het zelf wel allemaal uit.
Opgewekt vertelde ik in de koffietent op de hoek aan twee moeders dat mijn puber net met de middelbare school is gestart. Op het voorhoofd van een van hen verscheen meteen een frons, die steeds dieper in haar voorhoofd leek te verdwijnen. Ze boog zich voorover zodat haar hoofd gevaarlijk dichtbij kwam en stak van wal. Natuurlijk, nu was ik nog enthousiast, net als die puber van me, maar wacht maar af… Het wordt een verschrikking! Pubers zijn monsters, regelrechte terroristen.
Eerder die week werd het enthousiasme over mijn puber ook al beloond met een rampenverhaal. Tijdens het boodschappen doen kwam ik een moeder tegen die gelijk van wal stak: een puberdochter op de middelbare? Kijk toch uit, ongelukkige! Je staat voor de poorten van de HEL. In haar geval was het een drama om haar kind naar school te krijgen. Om het lethargische puberwezen weer in beweging te krijgen waren alle social media kanalen inmiddels geblokt. In onze tijd raakten lastige pubers misschien aan de drugs, maar tegenwoordig zijn het al-le-maal junkies. Verslaafd aan hun smartphone. Een Spartaans digitaal detox dieet, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, waarschuwde de moeder. Want ze zijn sluw hè, die techjunkies, ze bedonderen je waar je bij staat. Om daar luchtig aan toe te voegen dat het met die van mij ‘misschien wel mee zou vallen’.
Iedere ouder met pubers die ik de afgelopen weken tegenkwam, wist mij wel iets ellendigs te vertellen, het ene verhaal was nog naargeestiger dan het andere. Het deed me ergens aan denken, ik moest even graven, maar opeens wist ik het weer. Toen ik zwanger was konden veel moeders (op de tramhalte, bij de koffie-automaat, in de wachtkamer van het ziekenhuis) het ook niet laten om de ergste horror-stories over mij en mijn ongeboren vrucht uit te storten. Na de vraag: ‘Hoeveel weken nog?’ volgde standaard een anekdote over hun bijna-dood bevalling, tepelkloven, ontplofte punani’s en een voor eeuwig opgedroogd seksleven. Om over die ellendige babytijd nog maar te zwijgen. ‘Maar hee, hartstikke leuk joh, dat je nu bijna moeder bent. Succes hè, met het einde van je leven.’ En bedankt.
Toen ik mijn eigen horrorbevalling ternauwernood had overleefd besloot ik om in de buurt van bolle buiken er diplomatiek het zwijgen toe te doen. Sowieso zou ik andere ouders nóóit voorzien van ongevraagde adviezen, want A. Ze luisteren toch niet. B. Je riskeert er enorme ruzie mee. Mij niet gezien. Mijn motto is dan ook ‘U vraagt, wij antwoorden dan pas.’ Aan alle moeders van pubers die staan te popelen om goedbedoelde adviezen te delen met de groentjes: we hebben uiteraard géén idee wat ons nog te wachten staat, maar mogen we alsjeblieft zelf uitvinden hoe afschuwelijk het allemaal wordt? Bedankt.
***
Nu je hier toch bent, zouden we je iets willen vragen…
We maken iedere dag Tis Hier Geen Hotel met heel veel plezier. Want we zien het als onze missie om jullie zonder al teveel kleerscheuren, en een beetje humor, door de puberteit van je kinderen heen te slepen. En dat willen we blijven doen. Maar sinds de Corona-crisis is dat er niet makkelijker op geworden. Zou je ons daarom willen helpen dit Hotel open te houden? Hoe? Kijk HIER.