De zoon van Anne haalde een flinke onvoldoende voor wiskunde. Bij navraag bleek dat hij het gebrekkige Nederlands van zijn lerares niet kon verstaan. En de uitleg dus niet binnen was gekomen.
Mijn zoon van 15 kwam thuis met een flinke onvoldoende voor wiskunde, een 2. Hij is niet per definitie een uitblinker in dit vak, maar zo’n lage onvoldoende was nog niet eerder gevallen. Het is ook niet een onvoldoende die je even 1, 2, 3 ophaalt. En dat voor een kernvak. Bij navraag, hoe had dit kunnen gebeuren, er was toch goed geleerd, zei de puber dat de lessen best wel ingewikkeld waren omdat hij de lerares niet goed kon verstaan.
Het was niet de eerste keer dat ik dit hoorde, van alle drie mijn pubers. In hun scholen wordt ook lesgegeven door leraren met een niet Nederlandse achtergrond – en voor alle duidelijkheid, het gaat over leraren die uit alle windhoeken komen, met allerlei verschillende achtergronden, en dus ook allemaal verschillende talen. En ik ben voor diversiteit op school en in de klas, en vind dat iedereen een kans moet krijgen, maar lessen uitgelegd krijgen door iemand die moeite heeft om zich uit te drukken in de taal die jezelf spreekt is best lastig. Tenminste, mijn pubers vinden dat in ieder geval lastig Omdat de stof soms gewoon ingewikkeld is. Dan moeten ze hun best doen om überhaupt te begrijpen wat er wordt gezegd, én dan nog begrijpen waar de stof overgaat. Mijn zoon is twee derde van de les bezig met proberen te begrijpen wat zijn wiskundelerares zegt, de uitleg over hoekberekeningen, formules en de stelling van Pythagoras gaat dan letterlijk lost in translation. En hoewel de lerares in kwestie ongetwijfeld kundig is op dit gebied lukt het haar dus niet goed genoeg om haar kennis over te brengen.
Mijn zoon was niet de enige. Het proefwerk was door de hele klas slecht gemaakt, er waren maar een paar voldoendes gevallen, het hoogste cijfer was een 6,2. Ik besloot om de lerares te mailen en haar het voor te leggen. Er kwam een mail in gebrekkig Nederlands binnen. Ik snapte wat mijn zoon bedoelde, want ik moest puzzelen om haar antwoord te begrijpen. Ze had zelf niet het idee dat haar Nederlands niet goed genoeg was en dat ze de kinderen het prima kon uitleggen. De stof was misschien gewoon te moeilijk, was haar uitleg – of tenminste dat wat ik ervan begreep. De school had er ook niet echt een antwoord op, er werd gekeken naar iemands papieren, en niet zozeer naar hóe verstaanbaar iemand is.
Bij navraag bij mede-pubermoeders bleek dat dit vaker voorkomt, en toevallig niet alleen op de scholen van mijn pubers. Ze hebben net als ik bijles ingeschakeld, want als het op school niet goed gebeurt en er is geen oplossing voorhanden, dan maar bijspijkeren in eigen tijd. Tot grote ergernis van mijn puber. Want hij vindt dat hij nu gestraft wordt voor iets waar hij eigenlijk niks aan kan doen. Maar moet nu wel elke maandagavond naar bijles. ‘Be-lach-e-lijk’, roept hij boos, en ik snap dat. Hij riep net nog, terwijl ik hem de deur uit dirigeerde naar bijles, dat niet hij, maar zijn lerares op bijles moet. En weet je, eigenlijk heeft hij gewoon heel erg gelijk.