Is die van jou bezig met het eindexamen? Tijd om vooruit te kijken en leer van het verhaal van Iris (56), die terugkijkt op het eerste studiejaar van haar dochter Milou (19): “Als ik het opnieuw mocht doen zou ik strenger zijn met geld en haar meer haar eigen boontjes laten doppen.”
“Een jaar geleden installeerde ik rond deze tijd onze oudste dochter in haar studentenflatje.
Net achttien, voor het eerst op kamers, ik vond het best spannend. Milou kon niet wachten, die rook de vrijheid. Mijn man en ik hadden er alle vertrouwen in, studeren associeerden wij met vrijheid en een leuke tijd waarin jezelf leert kennen en steeds meer op eigen benen komt te staan.
Zo hebben we er ook over gepraat, heel positief: ‘Leuke nieuwe fase’ en ‘Genieten van het allemaal zelf kunnen doen!’
Alleen viel dat dus nogal tegen. Eerst was er de introductieweek die ze eng vond, daarna de ontgroening. Daarin gebeurde niets wat niet door de beugel kon, maar Milou wist het allemaal niet meer. Wij weer in de auto 152 km heen en 152 km terug voor een peptalk. Dat bij een vereniging horen niet zaligmakend was, dat er ook andere manieren zijn om vrienden te maken, dat ze zich misschien wel prettiger zou voelen zonder die groepsdruk.
Eind oktober bleek ze achter te zijn met zo’n beetje alles van haar studie.
Ze vond het niet leuk, het boeide niet zoals ze had gedacht. Het was uit met een vriendje, ze was brak van veel stappen. En ze had spijt dat ze na haar eindexamen geen tussenjaar had genomen. Kind in de put, mijn hart brak. Man en ik weer heen en weer rijden, praten en rekenen wat er eventueel mogelijk was. Om nu een tussenjaar voor haar te gaan financieren ging ons te ver, maar misschien een andere studierichting die haar meer lag?
Zo sukkelden we door richting december, met somber stemmende gesprekken met haar studiebegeleider.
Tassen boodschappen in de hoop dat ze gezond zou eten. En hulp bij haar nieuwe richting: we betaalden extra lessen om haar de eerste maanden in te laten halen. Maar zo rond februari ging het eigenlijk nog niet lekker. Switchen van richting was verstandig geweest, maar ze mopperde op alles en ze kwam niet goed rond met haar geld ‘want alles was zo duur’.
Wij nog maar wat meer bijsponsoren.
Tot we door kregen dat ze haar geld vooral uitgaf aan stappen. En ze door dat stappen niet bijster veel werk maakte van haar colleges, want ze moest tenslotte ook uitslapen. Wij weer praten dat dit natuurlijk niet de bedoeling was. En dan knikte ze ‘ja’, maar ze deed er niets mee. Alles bij elkaar heb ik meer zorgen over haar eerste studiejaar gehad als over haar hele middelbare school.
Achteraf denk ik: we hebben er veel te makkelijk over gedaan.
Thuis veel praatjes en plannen hebben is iets anders dan echt zelfstandig zijn. We hadden haar niet op een gezinsvakantie moeten trakteren omdat wij dat zo gezellig vonden, maar haar op kamp moeten laten gaan omdat ze dan zelfstandiger was geworden. Ik verwijt het mezelf, dat ik zo gul ben geweest met het aanschaffen van nieuwe spulletjes voor haar kamer. Ik vond het fijn om dat te kunnen doen, maar achteraf had ik beter kunnen zeggen: ‘Ga eerst maar eens bij de kringloop kijken wat je kunt vinden.’
We hebben veel te veel ingezet op ‘leuk’ en ‘genieten’, we hadden ook moeten zeggen dat het wel eens tegen zou zitten en dat het wel eens stil zou zijn.
Dat het een hele klus kan zijn om jezelf te dwingen om te studeren. En dat sommige dingen aan op jezelf wonen – de kosten, het huishouden, ook echt alles zelf moeten doen – ook gewoon ruk kunnen zijn. En we hebben financieel echt belachelijk veel bijgelegd.
Die kosten van de wijziging van studie, daar doe ik niet moeilijk over – die waren het waard.
Maar dit studiejaar willen we toch ingaan met andere afspraken. Milou moet echt beter leren met haar tijd, geld en energie om te gaan. En wij moeten wat terughoudender zijn. Toch heb ik er, ondanks alles, vertrouwen in. Ze is een jaar ouder, ze staat wat steviger in haar schoenen. Zowel zij als wij staan er aanzienlijk realistischer in dan vorig jaar.
Mocht ik het overdoen, dan zou ik haar nu niet mee zo pushen om alles te gek te vinden met positieve opmerkingen als ‘Leuk toch?’.
In plaats daarvan zou ik haar meer ruimte geven om uit zichzelf te vertellen hoe het ging. Ik zou veel minder geld bijleggen. En ik zou veel meer bij haar neerleggen: ‘Als je niet naar college gaat, heeft dat consequenties, hoe ga je dat oplossen?’ En tegen iedereen die in deze tijd zijn of haar kind uitwuift zou ik willen zeggen: “Hoe moeilijk het ook is, met liefdevolle verwaarlozing en laag gespannen verwachtingen kom je een heel eind.”