De zeventienjarige zoon van Anne gaat met zijn vrienden op vakantie. En allemaal leuk een aardig, die vakantieplannen van deze jonge mannen, maar niemand weet precies hoe laat het vliegtuig gaat en zelfs de dag en tijdstip zijn discutabel. Het grappige is, ze maken zich er totaal niet druk om.
Mijn zoon gaat met vijf vrienden naar Spanje. Waar en wanneer dat precies gaat plaatsvinden is niet helemaal duidelijk. Een van hen had wel iets geregeld, maar die is onbereikbaar omdat hij met zijn ouders ergens hoog in de bergen zonder wifi, de horror, bivakkeert. Dus hoe het allemaal precies zit, weet niemand.
Nu ben ik als het op vakantie aankomt niet het lichtend voorbeeld van plannen. Maar een paar weken voor vertrek weet ik wel zo’n beetje waar ik aan toe ben. De jongens gaan over vijf dagen weg. Denken ze. Want nogmaals ze weten het niet zeker. Ik vraag wanneer de planner van de groep terug van de wifi-loze vakantie met zijn ouders komt. Dat weet mijn zoon niet. Als ik mopperend zeg dat het best wel onhandig is, haalt hij zijn schouders op: als die vriend terug is, dan gaan ze op vakantie. Dus maakt het niet uit of hij nu weet wanneer dat precies is, toch? Inderdaad, puberlogica is niet te volgen.
Hij had wel een idee?
In de dagen die volgen maakt niet mijn zoon, maar ik me druk om zijn vakantie. Moeten ze naar het vliegveld worden gebracht? Hij heeft geen idee. Vliegen ze vanaf Amsterdam? Rotterdam? Eindhoven? Hij heeft geen idee. Weet hij überhaupt waar ze naartoe gaan? Ik vraag het quasi-grappig, maar zelfs dat weet hij niet precies. ‘Ergens bij Valencia’, mompelt hij, maar hoe dat dorp heet, weet hij niet.
Vorig jaar toog de hele groep naar Terschelling. Dat ging ook al zo ongestructureerd. Op het laatste moment bleken ze niet de tweede week van de schoolvakantie weg te gaan, maar de derde. En hadden ze een huisje voor 4 personen in plaats van 6 gehuurd en moest er halsoverkop nog ergens een tent vandaan worden getrokken, zodat iedereen een slaapplek had. Omdat de jongste twee van de groep toen 15 waren, was er een ouder-appgroep in het leven geroepen waardoor we onderling de boel een beetje konden rechttrekken wat planning betreft. Maar dat was nu niet nodig vonden we. Ze zijn 16 en 17 en groot genoeg om het allemaal zelf te kunnen regelen.
Plannen is gewoon een gedoe
Ondertussen waren de jongens wel met elkaar aan het appen geslagen, waarschijnlijk omdat ze gek werden van die zeurende ouders. Toen ik mijn zoon driftig zag tikken, hoopte ik op antwoord op mijn vragen. Maar alles werd alleen maar onduidelijker. De een zei dat ze zaterdagavond vertrokken, de ander dacht dat het zondag zou zijn en weer een ander riep dat het maandag was. Ook de plaats van bestemming was niet helemaal duidelijk. Vlogen ze nou op Valencia of Alicante? En de jongen die alles zou weten was nog steeds niet teruggekeerd van zijn vakantie in de bergen.
Dat niet zo goed kunnen plannen schoof overigens met hetzelfde gemak door naar het inpakken en andere dingen die elke normaal wezen doet als er een vakantie voor de deur staat. Moeten er nog nieuwe shirts komen? Heeft hij genoeg korte broeken? Vergeet hij niet om gel, deo, tandpasta in te slaan? Heeft hij wel een kleine koffer die mee het vliegtuig in kan? Een toilettas? Weet hij waar zijn paspoort is? Heeft hij al een nieuwe pinpas aangevraagd, want die oude was al weken onvindbaar. Heeft hij überhaupt genoeg geld? De puber wuift met zijn hand heen en weer. Hij vindt dat plannen maar een gedoe. Op de dag van vertrek gooit hij wel wat in een plastic tas. Deed hij toch ook als hij op schoolreisje ging en dat werkte ook. Hij meende het serieus.
Loslaten of in de stress schieten?
Ik weet niet zo goed of ik hier nu blij mee moet zijn of dat ik plaatsvervangend in de stress moet schieten. Want als er geen planning is, is er dan wel een vakantie? De puber ligt onderuit op de bank en steekt twee duimen in de lucht. ‘Het komt allemaal goed, mam’. De grap is dat het meestal ook wel allemaal goed komt. Uiteindelijk gaan ze op vakantie, belanden ze ergens in Spanje en hebben ze de tijd van hun leven. Ik besluit om het los te laten, dat is voor iedereen beter. En ga een Albert Heijn-tas zoeken voor mijn zoon waar hij over twee, of drie, of vier dagen al zijn kleren in kan gooien en een sprintje trekt naar Schiphol. Of Eindhoven Airport. Of Rotterdam Airport.