Als er voor het vak uitstellen een examen bestond, dan was de zoon van Martine daar met vlag en wimpel voor geslaagd. Zo stelde hij zijn proefwerk Duits uit tot het allerlaatste moment.
#1 De puber vindt het oneerlijk dat het proefwerk pas twee weken van te voren was aangekondigd.
#2 Anders was hij natuurlijk veel eerder begonnen met leren.
#3 Nee niet in de vakantie natuurlijk, want toen was het vakantie.
#4 En ook niet afgelopen dinsdag, want toen was die belangrijke voetbalwedstrijd op televisie.
#5 Dat zo’n voetbalwedstrijd inclusief rust maar twee uur duurt, is geen argument om in de middag en halve avond nog te gaan leren.
#6 Ook gisteren was hij nog niet begonnen, zelf toen jij vroeg of het niet slim was om nu al te beginnen met leren.
#7 Er moesten toen er nog wat levels worden uitgespeeld.
#8 Bovendien: de héle klas begint vandaag pas met leren.
#9 Gistermiddag ging de puber eindelijk eens opzoeken over welke hoofdstukken het ging, om te concluderen dat het ‘toch best veel’ was.
#10 Terwijl jij plaatsvervangend in paniek raakt, vindt hij het belangrijker om eerst even te chillen want hij is namelijk net uit school.
#11 De puber denkt dat het sneller gaat als jij hem overhoort.
#12 De puber vindt het irritant dat jij hem vraagt naar de spelling van bepaalde woorden.
#13 De puber vindt het irritant als jij zijn uitspraak verbetert.
#14 De puber wordt kwaad als jij hem terugstuurt naar zijn kamer om het nog beter te leren.
#15 De puber komt beneden omdat hij vindt dat hij zich aan de keukentafel beter kan concentreren.
#16 De puber vindt dat jij te hard ademt
#17 De puber vindt dat jij te hard slurpt met de thee
#18 De puber wil liever dat jij boven gaat zitten, zodat hij geconcentreerd kan leren
#19 De puber vindt de vraag of hij tussendoor nog een rijtje Schwere Wörter heeft geleerd, een irrelevante vraag.
#20 Dat doet niemand in de klas
#21 Nee, ook die jongen niet die altijd tienen had.
#22 De puber vraagt of hij zijn telefoon even mag.
#23 Zodat hij kan uitrekenen wat hij minimaal moet halen om gemiddeld een voldoende te staan.
#24 Van de uitslag van deze rekensom raakt de puber enigszins in paniek.
#25 De puber vraagt of jij een briefje wil schrijven dat hij ziek is, zodat hij kan herkansen.
#26 Als jij vervolgens iets mompelt in de trant van ‘nee, dan had je maar eerder moeten beginnen’ loopt hij stampvoetend naar boven.
#27 Na twee uur klop je aan om te vragen of je ‘m nog een keer moet overhoren.
#28 Het antwoord op die vraag is een keiharde ontkenning.
#29 Om elf uur ‘s avonds -als jij naar bed gaat- zie je dat het licht nog brandt.
#30 De puber vindt het een heel slecht idee om een uurtje eerder op te staan om met een fris hoofd verder te leren.
#31 Omdat jij vreest dat de puber door het nachtbraken de wekker niet gaat horen, besluit je hem de volgende dag zelf wakker te maken.
#32 Jouw suggestie om snel uit bed te komen om de boel nog even door te kijken, wordt verwelkomt met een welgemeend ‘Rot Op’.
#33 Je ontwaart onder zijn kussen het tekstboek van Duits.
#34 Je zou willen dat jij net zo optimistisch was als hij.