Natuurlijk is het fijn als pubers hun eigen kamer hebben, maar soms kan het gewoon niet omdat er te weinig kamers zijn. En moet er gedeeld worden.
Vroeger woonden gezinnen met acht kinderen in een driekamerwoning. Dus was een eigen kamer een behoorlijke luxe. Maar toen de huizen groter werden en de gezinnen kleiner werd het normaal dat kinderen hun eigen kamer hadden. In het dagblad het Parool stond afgelopen week dat die trend lijkt te keren. Door onder meer veel scheidingen en daarop volgend een steeds groter aantal samengestelde gezinnen is er soms simpelweg niet voldoende geld of ruimte om alle kinderen een eigen plek te geven.
In de krant zegt gezinstherapeut Anke Donicie dat bij de individualistischer maatschappij een eigen kamer hoort. “Maar veel kinderen vinden samen slapen best fijn. Een kamer delen geeft saamhorigheid en daarmee kan het de gezinsband versterken. Ik ziet vaak dat deze kinderen makkelijker delen en beter omgaan met elkaars spullen dan kinderen die apart slapen.”
Kinderen vinden het vaak gezellig. Misschien wel te gezellig. Dus duidelijke regels zijn handig. Toch wordt ook aangeraden om pubers een eigen kamer te geven. Die hebben nu eenmaal hun eigen ruimte nodig. Begrijpelijk. Alleen denken we ook: hoe deden ze dat vroeger met die acht kinderen die ook pubers werden?