Als Anne door de supermarkt loopt ergert ze zich kapot aan pubers die louter producten met een overdaad aan vet en suiker kopen. Als pubers die verantwoordelijkheid nog niet aankunnen, moeten ouders dat dan niet doen?
Twee jongens lopen in de supermarkt. Ze zijn, denk ik, een jaar of 15. Ze lopen een beetje voorover gebogen, hoofd gestoken in een ruime hoodie en een ruime joggingbroek aan. Die ruime kleding is niet omdat ze bijzonder modebewust zijn, maar omdat hun grote lijven daar om vragen. En met grote lijven bedoel ik niet de lengte, maar de breedte. Deze jongens zijn overduidelijk te zwaar.
Ze hebben, zo hoorde ik ze tegen elkaar zeggen, trek, want ze hadden nog niet ontbeten. Het is 10 uur, hun eerste pauze van school is net ingegaan en nu lopen ze hongerig rond. Als ik later achter hen in de rij bij de kassa sta leggen ze hun ontbijt op de rolband neer: 2 suikerdonuts, 2 frikandelbroodjes, een blikje Redbull en een blikje cola.
Nationale gezondheid in de supermarkt
Het is niet de eerste keer dat ik dit zie. Rondstruinende pubers die zich als een zwerm wespen op de snoep/koek/bladerdeeg/chips/frisdrank storten. Het is onbeschrijfelijk hoe die jonge gasten zich volproppen met alles wat ongezond is. Over de nationale gezondheid wordt ontzettend veel discussies gevoerd, in de landelijke politiek, in de gezondheidszorg, in het onderwijs, maar waar die nationale gezondheid pas echt goed zichtbaar is in de supermarkt.
Als ik die pubers zo’n berg suiker en vet zie kopen en naar binnen zie schuiven, word ik daar verdrietig van, maar ik denk ook: wat doen hun ouders? Als je ziet dat je kind te dik is (of op een andere manier ziek is door een ongezonde leefstijl) dan grijp je toch in? En dan niet ‘ja maar’ gaan roepen en ‘die pubers doen toch wat ze willen’, want dat is je ergens makkelijk vanaf maken. Ouders zouden juist op het gebied van voedselopvoeding hun poot wel wat vaker stijf mogen houden. En ook supermarkten zouden een grote rol kunnen (moeten!) spelen als het gaat om bewust(er) eten, maar dat is weer een heel ander verhaal.
Kind met gezondheidsproblemen
Omdat pubers nog lang niet de verantwoordelijkheid kunnen dragen over hun gezondheid en welzijn moeten wij dat als ouders doen. Dat is ergens ook in ons eigen belang, een door welvaartsziekten (diabetes type 2, hart- en vaatziekten, obesitas) geteisterde generatie zal niet in staat zijn om de enorme kosten van onze welvaart en zorg te gaan dragen in de toekomst. Maar belangrijker is dat geen ouder wil dat zijn kind een door gezondheidsproblemen geplaagd leven zal kennen.
Als ouder moet je dus niet achterover leunen en denken dat het niet zo’n vaart zal lopen met pubers en eten, maar op tijd ingrijpen. De ouders van die twee jongens uit de supermarkt zorgen er in ieder geval voor dat hun kind genoeg geld heeft om een lunch buiten de deur te kopen. En dat er blijkbaar geen ontbijt(moment) thuis is. Ook gaan ze waarschijnlijk niet het gesprek aan over het eet- en bestedingsgedrag van hun kind. Terwijl dat nu juist is iets wat je wel moet doen.
Vraag wat je puber koopt, waar ze hun geld aan uitgeven, wat ze eten en waarom. En geef ook feedback. Laat ze weten wat er gebeurt als ze niet goed voor zichzelf zorgen. Laat zien – pubers zijn visueel ingesteld dus foto’s en video’s do the trick, wat er gebeurt als ze een ongezonde leefstijl erop na houden. En nee, ze zullen niet braaf gaan zitten en naar je luisteren en nee, ze zullen ook niet meteen overstappen op wortels en broccoli, maar de kracht zit in de herhaling. Dus dat wat je keer op keer zegt zal wel beklijven in hun hersenpan.
Kleine aanpassingen
Ben ik naïef om te denken dat je het eetgedrag van pubers kunt beïnvloeden? Ben ik onnozel om te denken dat je hun bestedingsbedrag kunt veranderen? Ik hoor vaak genoeg: ‘maar ze doen het toch’ of ‘het heeft echt geen zin’. Maar juist door in te grijpen en het er over te hebben met je puber kun je het verschil maken. Toen mijn pubers uit de bocht dreigden te vliegen met hun gewicht ben ik met ze gaan kijken wat ze zoal op een dag eten. Dat was niet eens zoveel, maar wel veel van het verkeerde.
Zo dronken ze bijvoorbeeld standaard limonadesiroop, wat je eigenlijk ook suikerwater kunt noemen. En namen ze rozijnenkoeken mee naar school, die je net zo goed suikercrackers kunt noemen. Met kleine aanpassingen, ik heb limonade, frisdrank en rozijnenkoeken uit mijn keukenkastjes verbannen, en het gesprek met hen aangaan en blijven aangaan, voorkwam ik dat ze zwaarder zouden worden dat goed voor hun was.
Ik ben overigens geen hysterische moeder als het op eten en drinken aankomt, maar wel een duidelijke. Ik wil dat mijn kinderen zoveel mogelijk gezond eten en aangezien ze daar niet zelf voor zullen zorgen, voorzie ik daar in. Dus eten we een gezond ontbijt, lunch en diner. En natuurlijk besteden ze dan alsnog hun zakgeld in de supermarkt en snackbar, maar door het erover te hebben (waarom besteed je al je geld aan iets wat niet goed voor je is?) en er flexibel in te zijn (lang leven de 80/20-regel, van alles wat je op een dag eet is 80 procent gezond en 20 procent lekker)) maken ze, soms, best verstandige keuzes.