Om niet de hele dag in het gezeur en gezever van haar pubers te zitten stelde Saskia een maximale klaagtijd in. Vijf minuten per dag om te klagen wat er allemaal niet goed is en dan, hup, weer vrolijk verder.
Pubers hebben er een handje van om te klagen. Die van mij in ieder geval wel. Die klagen omdat de ochtend te vroeg begint, omdat hun haar niet wil meewerken, omdat het te koud is, of te warm, omdat er niks lekkers op brood in huis is, of dat er niks lekkers in het algemeen in huis is, want wij hebben namelijk nóóit iets lekkers in huis. De kasten zijn vol, maar blijkbaar met alleen dingen die mijn pubers niet lekker vinden.
Pubers houden van klagen
Dat klagen kan ook over school gaan, te lang reizen, te veel huiswerk, te stomme docenten, of over regels die wij in huis opstellen. Zo vinden ze het belachelijk dat ze niet lang mogen douchen en ook maar één keer per dag, want ja, hállo nieuwe gasprijzen, ze vinden het stom als ze de afwasmachine moeten inruimen, of mijn servies onder hun bed vandaan moeten trekken en als ik gil dat ze hun spullen die op de trap staan mee naar boven moeten nemen, klagen ze dat ze altijd álles moeten doen. Tja.
Pubers vinden klagen gewoon lekker. En dan snap ik, ik deed het als puber ook. Lekker klagen over de tijd dat ik thuis moest komen (veel te vroeg), kleedgeld (veel te weinig) en over de platencollectie van mijn ouders (veel te saai – al vind ik met terugwerkende kracht dat ze een geweldige, en voornamelijk eclectische, van The Beatles en Earth & Fire, tot Roberta Flack en Herman van Veen, ik bedoel maar, collectie hadden).
Klagen is goed!
Dat klagen is misschien vervelend, niet om te doen, maar wel om aan te horen, maar heeft ook een functie. In HLN.be zegt klinisch psycholoog, gedragstherapeut en hoogleraar aan de universiteit van Leuven Filip Raes dat mensen die klagen, ook ventileren. Ze spreken dus uit waar ze mee zitten, en ja, dat lucht op. Sterker nog, het is goed voor je. Het uitspreken van negatieve emoties zorgt er namelijk voor dat je je gevoelens sneller achter je kunt laten en is de kans dat het in je hoofd blijft ronddolen kleiner. Klagen is ook een manier om steun te zoeken bij anderen. Als mijn ene puber begint te klagen over klusjes doen in huis, doet nummer twee meteen mee. Lekker, die saamhorigheid. En zo’n verbondenheidsgevoel is essentieel voor ons, sociale wezens, aldus Filip Raes.
Er zijn nog meer voordelen aan een potje klagen. Het kan opluchten en verbroederen. En klagen is vaak het begin van een oplossing. In een artikel op De Correspondent wordt de Britse filosoof Julian Baggini geciteerd die het klagen als een gerichte uitdrukking van een weigering of het onvermogen om te accepteren dat dingen niet zijn zoals ze zouden moeten zijn definieert. Alle belangrijke, sociale vooruitgang is begonnen met een klacht, zegt Baggini. Hij noemt als voorbeelden Martin Luther King en zijn burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten en het verzet van Nelson Mandela tegen apartheid.
Vijf minuten per dag
En wie ben ik dan om mijn pubers dat klagen, wat dus gewoon heel goed en gezond is, te ontnemen? Maar ja, hoeveel geklaag kan een mens aan per dag? Om te voorkomen dat mijn pubers de hele dag klagend doorbrengen heb ik daarom een regel opgesteld: ik heb een maximale klaagtijd van vijf minuten ingesteld. Klagen mag, graag zelfs, en ook over alles. Dus ook over mij. Alleen moet het binnen die vijf minuten vallen. In mijn geval is dat dan, ik heb twee pubers, tien minuten per dag. Dat is te doen. De rest van de dag brengen we dan helemaal zen in een klaagloze oase aan vrolijkheid door.