Het zijn niet altijd je eigen kinderen, waar je je groen en geel aan kunt ergeren. Kinderen van anderen zijn vaak ook niet bepaald model-pubers. Marieke vraagt zich ineens af of die van haar zich een beetje gedragen bij anderen.
Woedend strijkt vriendin Anna neer. ‘Koffie, nu’, sommeert ze. Ze is moeder van twee puberkinderen, net als ik. Vlug schenk ik koffie in, uit angst dat ze ontploft. Wat hebben de kinderen nu weer gedaan?
Ongepast gedrag
Het blijken niet haar kinderen te zijn, maar de vrienden van haar kinderen, een broer en een zus, ook pubers. Het zijn niet bepaald leuke gasten om over de vloer te hebben. Dat ze bijvoorbeeld niks lusten, is tot daar aan toe, maar ze roven ongevraagd de hele keuken leeg én laten zich bedienen. Mijn vriendin is op stoom en briest verder. Dat die ene tijdens de maaltijd gewoon meedeelt dat hij voetbal gaat kijken en van tafel loopt. Ze hebben in Anna’s gezin overigens één televisie en een grafhekel aan voetbal.
Ook laten die pubergasten kostbare theepotten vallen zonder het te melden en zonder het op te ruimen. Anna wil eigenlijk dat die pubers oprotten. Ik ben een vreemde in mijn eigen huis’, zegt ze, en ik zie schuim in haar mondhoeken.
We nemen een slok koffie. Onder de koekjes volgt wederzijdse opluchting. Want gelukkig zijn onze kinderen niet zo. Natúúrlijk niet. Die bieden aan om te helpen als ze ergens te gast zijn. Die zullen elders nooit zeggen dat ze iets niet lusten, want zo hebben wij ze afgericht. Onze kinderen zijn thuis misschien onaangepast en lui, zich gedragend als hotelgasten, maar bij anderen – nee.
Hoe is je puber bij een ander?
‘Nou…’, schiet Anna ineens in de schrik: ‘Die gastpubers zijn óók goed opgevoed. Ik ken hun moeder. Die heeft ze ongetwijfeld manieren geleerd. Misschien zijn onze kinderen net zo onbeschoft zonder dat we het weten!’ Het schaamrood stijgt ons bijna naar de kaken. Het zal toch niet?
Ik besluit het te verifiëren bij mijn dochter Zoë, die op het dakterras onderuitgezakt ligt te appen. Eerst vertel ik het verhaal van de aso-pubergasten in geuren en kleuren, met als dubbele agenda dat ze mijn afkeuring hoort. Zoë reageert gepast. ‘Belachelijk’, zegt ze. ‘Je vraagt altijd of je kunt helpen als je ergens op bezoek bent.’ En ze gaat weer verder met haar telefoon. ‘Maar ‘, zegt ze al append, ‘Wat is eigenlijk het nut van beleefdheid?’ Daar moet ik even over nadenken. Ik loop naar beneden om vuile bekers weg te brengen.
Respect
‘Het is respect’, zeg ik als ik weer boven kom. ‘Waar heb je het over?’, vraagt Zoë die nog steeds vage dingen op haar telefoon aan het doen is en het onderwerp allang is vergeten. Ik leg uit dat het vriendelijk is als andere mensen je in hun huis en hun leven toelaten en als ze moeite voor je doen. Als je beleefd bent, laat je zien dat je dat waardeert. ‘Okay’, zegt Zoë. Ik vraag me af of ze me überhaupt heeft gehoord. ‘Ik ben heus wel netjes bij anderen, hoor mam’, stelt ze me gerust. Ik hoop het maar. Als ze in vredesnaam maar beseffen dat het elders géén hotel is.
.Journalist Marieke van Willigen is alleenstaande moeder van een pubertweeling, lees meer over en van haar op Jurken van Maria.