Twaalf- en dertienjarigen die worden naroepen of op hun kont geslagen; ook jonge meisjes worden geconfronteerd met seksuele intimidatie. En wat doen wij? We leren onze dochters niet van zich afbijten, maar dat ze vooral voorzichtig moeten zijn.
Als mijn zoon uitgaat, is er eigenlijk niet zo veel dat ik met hem daarover bespreek. Ja, een richtlijn wat betreft zijn tijdstip van thuiskomst, maar verder stuur ik mijn dorpskind zonder al te veel mitsen en maren het stadse nachtleven in.
Hoe anders zou ik dit met mijn dochter aanpakken, realiseerde ik me ineens. Een feestje, leuk voor haar. Maar met een nachtbus terug naar huis? Geen denken aan. Alleen over straat ’s nachts? Ik haal haar wel op. In het donker ergens heen? Ik breng haar wel weg. Ik zou, kortom, dat prachtige jonge hert met die wapperende blonde haren niet zomaar loslaten in die grote, boze wereld. Terwijl ik mijn zoon, eveneens een prachtig jong hert, zomaar laat gaan. Ik voed mijn kinderen gelijk op, wat voor de een geldt, geldt ook voor de ander. Maar blijkbaar pas ik andere regels toe als het gaat over uitgaan en alleen over straat gaan. Hij mag wel, zij niet. En daarmee geef ik mijn zoon de onuitgesproken boodschap ‘de wereld is een fantastische speeltuin, have fun’ mee. De boodschap die mijn dochter meekrijgt is echter heel anders: ‘leuk hoor die wereld, maar je moet vooral heel erg voorzichtig zijn’.
Seksuele intimidatie
Sinds #metoo wordt steeds meer duidelijk dat bijna elke vrouw met seksuele intimidatie te maken heeft gekregen. Ook jonge meisjes. Misschien dat ik er daarom ook zo bovenop zit bij mijn jonge dochter. Ik wil niet dat mannen ongevraagd aan haar gaan zitten. Het is mij als puber overkomen. Iemand die ongewenst een tong naar binnen stak bij een concert. Jongens die na een gewonnen Europese voetbalwedstrijd springend een kring om me heen vormden en graaiden waar ze wilden. Een jongen op een brommer die naast me kwam rijden en geile praatjes lispelde. Mannen die me nafloten, nariepen, en als klap op de vuurpijl een onbekende man die me vastpakte in een drukke tram en zo dicht tegen me aan kwam staan dat ik zijn stijve piemel voelde in mijn rug. Was ik geschrokken? Ontzettend! Het was behoorlijk intimiderend. Ik heb staan bibberen, trillen, huilen, voelde me vies. Maar eenmaal thuis deden mijn ouders wat veel ouders doen: ze zeiden dat ik voorzichtig moest zijn.
Ongevraagd aanraken
Seksuele intimidatie is van alle tijden en ook nu hebben veel (jonge) meisjes ermee te maken; het naroepen, fluiten, sissen, betasten. En wat doen wij als ouders? We zeggen dat ze vooral voorzichtig moeten zijn. Hoe goed bedoeld ook, maar daarmee zeggen we eigenlijk: jij bent kwetsbaar. Hij is sterker/gekker/onbeschofter dan jij, dus wees jij dan maar voorzichtig. Maar wat leren we onze dochters als we onze schouders ophalen als mannen ongevraagd aan ze komen? Wat leren we ze als we zeggen: wees voorzichtig. Voor wat? Maar vooral: voor wie? Laten we daarom vanaf vandaag daar gewoon mee ophouden. En onze dochters leren om te zeggen: hoezo kom je aan mij? Blijf met je poten van me af!
Al die mannen die hun tong, piemel, handen en vunzige opmerkingen niet bij zich kunnen houden; vanaf vandaag vertel ik mijn dochter dat zij sterker is dan jullie allemaal. Dat ze niks van jullie hoeft te pikken, en dat zij altijd haar mond mag opentrekken en jullie publiekelijk te schande mag maken als er iets gebeurt tegen haar zin, of als ze zich bedreigd voelt. Want ook voor haar geldt dat de wereld een fantastische speeltuin is en ze zich door niemand moet laten tegenhouden om van die speeltuin te genieten.