Kinderartsen roepen op een verbod op energiedrankjes voor kinderen jonger dan 13 jaar, en een maximum van één blikje voor jongeren tot 18 jaar. Reden? Op de behandeltafel liggen te veel kinderen en jongeren met klachten als rusteloosheid, vermoeidheid en hartritmestoornissen nadat ze deze drankjes hadden gedronken.
Als ik rond lunchtijd in een willekeurige supermarkt loop zie ik standaard een leger kinderen van een naastgelegen middelbare school naar binnen lopen voor hun ontbijtlunch. Los van de roze koeken en croissantjes nemen ze een blikje energy drink mee om de boel mee weg te spoelen. En omdat je jezelf al vanaf 30 cent kunt trakteren op zo’n mierzoet drankje, blijft het vaak niet bij één blikje.
Mijn pubers drinken het niet, gelukkig. En niet eens omdat er thuis een verbod op is, hoewel met een personal trainer als vader is het lastig om allerlei junkfood en -drinks te nuttigen, want voor je het weet wordt er een preek over belang van gezond eten afgestoken, maar omdat ze het godzijdank niet lekker vinden. Bovendien heeft de één energie genoeg, dus die zit niet op nog meer gestuiter te wachten, en wil de ander een fitbody en daar passen alleen gezonde drankjes bij. En ja, ik weet dat dat morgen allemaal anders kan zijn, want niks zo veranderlijk als een puber. Maar voor nu wrijf ik in mijn handen. Die energiedrankjes zijn overigens mateloos populair onder pubers. Die twee van mij zien hun vrienden best vaak en veel blikjes pepdrankjes achterover slaan. En op verjaardagen is er tegenwoordig geen cola en sinas meer, maar louter treetjes energie drinks.
Dat pubers het graag drinken snap ik. Het is mierzoet en smaakt behoorlijk bubblicious-ish, inderdaad die, eveneens mierzoete, kauwgom. Ik had het wellicht ook lekker gevonden als ik 14 was geweest, maar dit terzijde. Het gaat er natuurlijk om dat die drankjes boordevol ingrediënten zitten die een puber helemaal niet nodig heeft. Een zo’n blikje bevat bijvoorbeeld 80 milligram caffeine, net zo veel als een kopje filterkoffie, en 9 klontjes suiker. Het eerste kan zorgen voor gejaagdheid, angststoornissen en slaapproblemen, het tweede voor overgewicht en diabetes.
Daarnaast kun je aan dit goedje ook verslaafd raken. De rush na zo’n drankje voelt lekker, en kan dan ook vergeleken worden met drugs. Verslavingsdeskundige Gijs van Houwelingen zegt op rtlnieuws.nl dat dat komt doordat de stoffen die erin zitten, met name cafeïne en taurine, een lekker effect geven. Zodra je zo’n drankje drinkt lijkt het alsof je je wakkerder voelt. Het heeft dan ook echt een opwekkende, stimulerende werking. Als je het vergelijkt met stimulerende drugs als speed of cocaïne, dan is zo’n energiedrank daar een heel milde variant van, aldus Van Houwelingen. En dan hebben we het nog niet gehad over leververgiftiging, stuiptrekkingen, nierfalen, uitdroging, psychische aandoeningen, en slapeloosheid. En er zijn zelfs sterfgevallen in verband gebracht met het drinken van grote hoeveelheden energiedrankjes.
Dat energiedrankjes niet goed voor de gezondheid zijn is dus wel duidelijk. Het liefst ziet de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde dan ook een verbod op energiedrankjes tot 18 jaar. Ik voel daar wel wat voor, want zo lang het overal verkrijgbaar is, en pubers het makkelijk en goedkoop kunnen kopen, zullen ze het drinken. Staatssecretaris Blokhuis voelt er echter weinig voor. Er zijn volgens hem veel meer ongezonde producten, verbieden is dan ook de oplossing niet. De Vereniging van Frisdranken is het met de staatssecretaris eens. Beide partijen zien een belangrijke rol voor ouders, scholen en kantines van sportclubs.
Is het dan de verantwoordelijkheid van ouders om te zorgen dat hun kinderen die drankjes niet kunnen kopen? Dat zou werken als wij als ouders invloed hadden op wat er in de schappen van de supermarkt ligt. Maar dat hebben we niet en daarom ligt onze verantwoordelijkheid met name in het bespreken van de nadelen voor hun gezondheid als ze die drankjes drinken. Maar die pubers hebben een eigen portemonnee en een eigen wil. Zodra ze de deur uitlopen hebben we geen invloed meer op wat ze kopen, eten en drinken.We moeten dus afgaan op het gezonde verstand van onze pubers, en dat is het lastige, want juist dat hebben ze soms gewoon niet. Hoe vaak we iets ook hebben uitgelegd.
Ik ben erg van de school: it takes a villages to raise a child. Als ouder ben je immers niet de enige volwassene waar je puber mee te maken krijgt. Er zijn leraren, familieleden, vrienden, trainers, werkgevers, en die bemoeien zich allemaal met onze pubers, en hebben dus ook een verantwoordelijkheid naar hen toe. Wat als een leraar zegt: de verantwoordelijkheid van een goed cijfer halen voor wiskunde ligt bij de ouders? Of als de manager van de supermarkt waar je kind vakken vult vindt dat de verantwoordelijkheid voor goed gevulde schap bij de ouders ligt? Zoals de wiskundeleraar en de supermarktmanager hun verantwoordelijkheid, goed les en leiding geven, naar mijn puber hebben (en mijn puber uiteraard naar hen), zo is het helemaal geen slecht idee als de overheid met een vuist op tafel slaat. Hoezo willen ze dat niet verbieden? Met pappen en nat houden is niemand groot geworden, toch?
Overigens vinden mijn pubers zo’n verbod dom. Want, zo zeggen ze, dan wordt het alleen maar aantrekkelijker en willen pubers het juist drinken. Daar hebben ze een punt. Bij pubers werkt die omgekeerde psychologie volop. Als het niet mag, dan doen ze het toch. Vinden mijn pubers dan dat ik hen een verbod op die drankjes kan opleggen? Maar voor mijn bemoeizucht lopen ze ook niet echt warm. Ze denken dat voorlichting, door ouders, school en de overheid, wellicht beter werkt. Voorlichting versus verbieden; het zou gewoon beide moeten gebeuren. Er is in ieder geval nog een lange weg te gaan. Misschien kunnen we beginnen met het accijns op suiker te verhogen, dan is vast een eerste slag geslagen.