Eén ding houdt pubers vanaf het moment dat ze wakker zijn bezig: eten. Ze willen zodra ze hun ogen open gooien al weten wat er die avond op tafel staat. En stellen vervolgens jou de hele dag vragen erover.
- Wat gaan we eten?
- Waarom gaan we dat eten?
- Kunnen we iets lekkers eten?
- Hoe laat gaan we eten?
- Waarom is er alleen dít brood?
- Ik wil 27 tosti’s maken, is er wel genoeg brood?
- Hoe laat ga je boodschappen doen?
- Wil je dan ook dingen meenemen die ik lekker vind?
- Waarom is er niks lekkers in huis?
- Is er slagroom?
- Heb jij alle chocolade verstopt?
- Kunnen we nu al gaan eten?
- Heb jij ook zo’n trek?
- Wat is dat groene?
- Mag ik een milkshake maken voor ontbijt?
- Kunnen croissantjes in het tostiapparaat?
- Een ei bakken in het tostiapparaat, dat kan toch wel?
- Hoe laat gaan we precies eten?
- Is er iets lekkers in huis?
- Waarom is de koelkast áltijd leeg?
- Kunnen we een half uur eerder eten?
- Waarom zijn er alleen maar gezonde dingen?
- We kunnen toch ook zes keer er dag eten?
- Moet ik mijn lunch zelf maken?
- Gaan we iets bestellen?
- Ga je nu koken?
- Is er nog eten over?
- Ben je in de winkel? Kun je aardbeien cheesecake ijs en chips meenemen?
- Goedemorgen, wat gaan we vanavond eten?
- Wat gaan we morgen eten?
- Dat hele stokbrood mocht ik toch opeten?
- Opruimen? Maar ik ga zo weer eten!
- Ik heb trek.
- Hoe laat gaan we vanavond eten?
- Ga je iets koken wat ik ook lekker vind?
- Mag ik alle grillworst opeten?
- Waarom mag ik niet op mijn kamer eten?
- Is er ketchup?
- Eten we pizza? Waarom niet?
- Gaan we patat halen?
- Waarom is er echt nóóít iets te eten hier?