Leraren schreeuwen moord en brand over het leesniveau van onze pubers. Vrijwillig lezen doen ze niet. Tijd voor strengere maatregelen.
In ieder geval mijn pubers. Toen de hormoonkermis ging draaien in hun kinderlichaam werd alles anders, zo ook hun liefde voor boeken. Daar waar ze hun kinderneusjes dagelijks in een boek staken, halen ze nu hun puberneusjes ervoor op. Hoezo lezen? In een boek? Met bladzijden? En dat begin ik weer aan mijn je-móet-lezen-preek. Dat het goed voor je is, dat het stress vermindert, en het je concentratie verhoogt, en je al lezend je geheugen traint. Bovendien heeft het ook nog een therapeutische werking. Het kan je helpen om beter over je eigen situatie na te denken en om vanuit een ander perspectief ernaar te kijken. Anders gezegd: boeken kunnen je gedachtegang wijzigen en nieuwe gedachten en verbindingen in het brein creëren. Die laatste zin beklijft niet echt, zie ik aan de gezichten van mijn pubers die uiteindelijk met hun hoofden schudden tegen elk boek dat ik voor hun neus houd. Geen zin, geen tijd, geen interesse. Bovendien vinden ze dat ze al genoeg moeten lezen, elke dag, op school.
Aan de ene kant snap ik mijn pubers. Ik had op die leeftijd ook geen zin meer om elke week stapels boeken te lezen, iets wat ik tot mijn twaalfde heb gedaan. Er waren dingen die ik nu eenmaal veel belangrijker vond. Maar hoewel de frequentie afzwakte, ik bleef wel lezen. Toen ik dertien was, las ik Het Leven is verrukkelluk van Remco Campert. Over boeken die indruk maken gesproken, ik heb het drie keer achter elkaar gelezen. Dit was anders dan alle andere boeken die ik had gelezen. Het taalgebruik, de verhalen, de sex, het geweld, ik kwam in een andere wereld terecht. Die van Boelie, Mees en Panda, en hun dag in het park. Het boek opende letterlijk mijn luiken. Ik ging anders naar mezelf, mijn leven, de wereld kijken. En onbewust was dat boek ook de introductie in de wereld van volwassen boeken. Na Campert las ik Wolkers, Reve, Mulisch, Haasse en Heeresma.
Met deze heerlijke leesherinnering stapte ik naar mijn pubers. Met het voornemen om ze tot lezen te dwingen. ‘Next level lezen dus’, eindig ik mijn betoog. ‘Boeken kunnen je leven namelijk veranderen.’ Belachelijk vinden ze. Maar ik ben onverbiddelijk, de een krijgt Mama Tandoori van Ernst van der Kwast in de handen gedrukt, de ander De Belofte van Pisa van Mano Bouzamour. Mooie boeken om mee te beginnen lijkt me. Er wordt gezucht, geklaagd, gesteund, maar ik zal ze aan het lezen krijgen. Elke dag. Al is het maar een bladzijde. En zo niet, dan volgen er sancties!