Steeds vaker hoort Martine dat kinderen weer strafwerk krijgen. Ze vraagt zich echt serieus af waarom kinderen de vingers blauw moeten pennen als ze zich niet gedragen. Dat hoort toch thuis in de jaren 50?
Toen ik laatst een weekje rondliep op een middelbare school en moest proberen de klas stil te krijgen, vroeg een van de leerlingen. “Maar juffrouw, dan geeft u ons toch strafwerk?” Hoezo strafwerk, dacht ik. Dat is toch iets van vroeger, van toen wij op school zaten? Hoewel: ik heb na de zesde klas van de lagere school ook nooit nooit meer strafwerk gekregen. Op de middelbare school kregen wij corvee. Onder bezielende leiding van de congiërge moest je het plein vegen, of de WC’s poetsen. Dat was stom werk, maar wel nuttig.
Ik weet niet of het representatief is, maar de twintigers en dertigers bij mij op kantoor kregen op de middelbare school ook nooit strafwerk. Het plein vegen en nablijven, of een combinatie van deze twee straffen leken mij opvoedkundig echt prima sancties op te laat komen en eruit gestuurd worden. Je leert een handje helpen en tijdens nablijven op school, moest je verplicht huiswerk maken. Dus dat was ook een win-win. Beter dan dom regels schrijven. Ik kan me niet voorstellen wat daar nuttig aan is, behalve dan dat je schrijfkramp leert overwinnen.
Maar nu is het dus terug, blijkt ook uit de tweet van Simone. Die meldt dat haar zoon van bijna dertien van de leraar 100 keer ‘Wij spreken niet van bek maar van mond”, moest schrijven. Toen ik dat las, dacht ik meteen: ‘Bint’ naar de steile schoolmeester van Bordewijk. Het past in het rijtje klappen met de lineaal als je het waagt met links te schrijven in plaats van met rechts en in de hoek staan met ezelsoren op en een bordje met: ‘ik ben dom’. Daarover waren we het toch ook eens dat dat niet werkte en gingen we het dus ook niet meer doen?
Ook de leraar op ‘mijn’ school gaf de voorkeur aan regels boven het het overpennen van een boek. Want, zo luidde de argumentatie, anders is het niet genoeg straf. Ik zou denken: als je een boek overschrijft, leer je er tenminste nog iets van. Schrijven heeft namelijk heel veel voordelen. Het activeert het brein en je onthoudt alles wat je overschrijft beter. Dus waarom niet tien rijtjes Franse onregelmatige werkwoorden overschrijven, of zes pagina’s uit het synoniemenboek? Daar leer je tenminste nog wat van, in plaats van 100 keer hetzelfde schrijven, zoals dus blijkbaar nog best vaak gebeurt.
Het lijkt mij eerder een brevet van onvermogen als je leerlingen strafwerk opgeeft. Misschien werkt het afschrikwekkend, maar een kind kan daardoor een nóg grotere hekel aan school krijgen dan hij al had. En als er iets een uitdaging is voor een leraar, is leerlingen gemotiveerd te houden. Dus ik zou zeggen: verzin gewoon iets anders, iets nuttigs, iets waarvan een leerling ook snapt dat het nut is. Iets dat wel vervelend is, maar voor iemand nut oplevert. Een soort taakstraf dus. Denk aan zwerfafval rapen, of -zoals wij moesten doen- de plees schoonmaken.
Hoe het ging met de jongen van de strafregels? Hij schreef 99 keer de opgegeven zin en tot slot ‘En wij zeggen geen godver als het filmpje op het Digibord niet werkt”. Ik weet ook niet of ik mijn lachen zou kunnen inhouden.
zoon (bijna 13) kreeg strafregels: 100x “wij spreken niet van bek maar van mond”. Zoon schrijft 99x de opgegeven zin, en tot slot “en wij zeggen geen godver als het filmpje op het digibord niet werkt”
— SimonevB (@SCvB4) 26 maart 2018
Of deze: die we vonden op de site van Evert Kwok: een banaan-woordzoeker. Vet irritant.
Ik las ergens iets over strafregels en dat deed me denken aan een docente die mij om een printbare versie van onze bananenwoordzoeker uit het vakantieboek vroeg om als strafwerk voor leerlingen te gebruiken. Heb ik uiteraard aan meegewerkt. 😂 pic.twitter.com/AJxAtb9f9X
— Evert Kwok (@evertkwok) 27 maart 2018