De jaren 80, dat waren nog eens jaren. Pam van der Veen en Albert Wiglema schreven er een mooi boek over: De Wonderjaren. Voor wie zich even nostalgisch wil voelen: je was puber in de jaren 80 als je…
-De grijze PTT-telefoon hoorde rinkelen en je géén idee had wie er belde.
-Het eindeloos vond duren duren voordat je een tiencijferig telefoonnummer had gedraaid met die draaischijf met ronde gaatjes.
-Op een feestje niet te fanatiek de Moonwalk mocht doen in de buurt van de pick-up, omdat de plaat anders zou overslaan en er een kras kwam op je Michael Jackson-lp.
-Met een potlood de tape weer terugdraaide in je cassettebandje.
-Met ruziënde ouders op de rondweg van Parijs zat, je vader met een verbeten hoofd nog maar eens een Caballero opstak, jij op de gordelloze achterbank zat te hoesten van de rook en je moeder uit opperste frustratie de ANWB-wegenkaart uit het raam gooide.
-Niet wist, maar ook niemand kénde die wist, hoe een je videorecorder moest programmeren.
-Pech had als je moest bellen vanuit een telefooncel, omdat de hoorn altijd te goor was om tegen je oor te houden, het retourbakje voor muntgeld zat dichtgeplakt met kauwgum en je de deur met een voet moest openhouden omdat het er zo stonk naar pis.
-Gehuurde videobanden na het afspelen moest terugspoelen voordat je ze weer naar de videotheek bracht.
-Met je wijsvingers boven de rec- en de play-knop van je cassetterecorder klaar zat bij de radio, wachtend op het moment dat de presentator was uitgepraat en het nummer van Doe Maar begon.
-Je werkstuk voor school ‘getypt’ moest inleveren en je dus dagenlang in de weer was met de elektrische schrijfmachine van je ouders, kliederend met stinkende, witte Tipp-Ex uit een plastic flesje waar je vastgeklonterde dop met een tang vanaf moest draaien.
-Een beeldscherm met daarop twee verticale streepjes waartussen je een balletje heen en weer pingpongde het ultieme computerspelletje vond.
-Vijf dagen moest wachten op de afdrukken van je vakantiefoto’s, maar dat je voor de mislukte exemplaren niet hoefde te betalen.
-En dat je de foto’s daarna in een album plakte met lollige handgeschreven teksten erbij (‘Het was wel een beetje nat, maar gelachen dat we hebben!’).
-Dat het een fotoalbum was met van die zelfklevende plastic pagina’s.
-Het nummer van de taxi opzocht in een lijvig geel boekwerk met als titel de Gouden Gids.
-Er op de werktafel van je vader of moeder een Rolodex met adressen stond.
-Op vakantie in Zuid-Portugal je eurocheque wilde verzilveren, het een nationale feestdag bleek, de banken in het weekend ook gesloten waren en je dus drie dagen zonder een cent zat.
-Voor postzegels in de rij stond bij het postkantoor, je nog geen smartphone had om de tijd mee te doden, en je dus nog maar eens die verontrustende Postbus 51-folder over aids las.
-Met je ouders, broers en zussen samen op de bank naar één tv-show keek, in plaats van dat ieder met zijn eigen device zijn eigen serie zat te bingen.
-Met surfen nog gewoon plankzeilen bedoelde.
-De eerste cd hebt ontvangen als revolutionair staaltje techniek.
Pam van der Veen en Albert Wiglema schreven het boek ‘Wonderjaren: hoe technologie in de jaren 80 en 90 ons dagelijks leven veranderde’. Vol herkenbare anekdotes over de fax, de walkman, de floppydisk, de buzzer, de praatpaal en al die andere technostalgische apparaten waaraan iedereen z’n eigen en toch dezelfde herinneringen heeft.