Pubers hebben er een handje van elkaar uit te maken voor homo. Als je het hoort, zeg er wat van. Homo gebruiken als scheldwoord, is namelijk niet oké.
Het is vandaag Paarse Vrijdag, de dag dat scholen gender- en seksuele diversiteit vieren. De regenboogvlag gaat uit en iedereen trekt iets paars aan. Toch wordt bijna de helft van de kinderen die uit de kast zijn gekomen, nog uitgescholden op school. Driekwart voelt zich buitengesloten, nog eens twee derde weet dat er roddels en leugens over ze wordt verspreid, zo meldt De Volkskrant vandaag.
In dit Volkskrant-artikel staat ook dat homojongeren vaker psychische problemen hebben dan jongeren die straight zijn. Wat niet helpt is dat het woord homo vaak wordt gebruikt als scheldwoord. Dat iets ‘gay’ is, of elkaar uitmaken voor ‘homo’ is dan wel grappig bedoeld, maar heeft wel een negatieve uitwerking.
Vooral jongens hebben er een handje van om andere jongens uit te schelden voor ‘teringhomo’, of te zeggen ‘dat is zo gay’, zo schrijft Liselot Molin in een ingezonden stuk in Het Parool. Dat is niet per se omdat de ander homo- of biseksueel is, maar omdat je het nou eenmaal zo zegt als je iets raar vindt, of wanneer iemand iets doms doet.
En dus daarom is het niet gek dat een kwart van de homo- en biseksuele mannen het afgelopen jaar is uitgescholden. Iemand uitschelden voor homo doen jongens onder elkaar niet omdat ze homofoob zijn, maar het heeft wel grote impact op homoseksuele pubers. “Het laat homoseksuele medeleerlingen zich niet alleen onveilig voelen, maar zet ook homoseksualiteit in een kwaad licht, wat later voor meer homofobie zorgt.” Of ze voortaan gewoon even willen nadenken over wat ze eigenlijk zeggen, is het verzoek van Liselot Molin.
Oké, en wij zullen onze pubers er nog eens op wijzen.