Soms zit je naar je pubergrut te kijken en denkt: er is eigenlijk niks veranderd. Tien jaar geleden waggelde die peuter van je met een dikke luier door de kamer en zat overal met zijn vieze vingertjes aan en trok hij de kast leeg. Nu maakt je puber net zoveel rommel en lawaai en kan hij nog steeds niet van een telefoon danwel scherm afblijven. En trekt hij de kast leeg.
Zelluf doen
Of het nou op het knopje drukken is van het stoplicht, of alleen naar het buitenland op vakantie te gaan: de peuter en de puber vinden zichzelf al groot genoeg om alles ‘zelluf’ te kunnen doen.
Ze maken er een bende van als ze eten
Of het nou de peuter of de puber is die klaar is met de spaghetti, je moet eerst de hele keukenvloer ontsmetten en de resten van de tafel krabben.
Ze maken een zooitje van hun kamer
Als ze peuter zijn vind je het misschien nog wel lollig als ze alle kleren, boeken en CD’s uit de kast trekken, maar twaalf jaar later vraag je je echt af of die honderdduizend keer corrigeren ooit zin hebben gehad.
Ze kunnen eindeloos slapen (alleen wel op andere tijden)
De puber en de peuter kunnen heel lang slapen. Alleen doet de puber dat liefst in de ochtend en de peuter in de middag.
Liever YouTube dan de gewone televisie
Peuters en pubers kunnen kunnen beter met je iPad en telefoon overweg dan jijzelf. Ze zijn er ook ongeveer even verslaafd aan. Televisiekijken is voor ouders.
Ze stinken
Een poepbroek of puberzweet, je mag kiezen.
Ze lachen om de meest stupide dingen
Kabouter Plop of Enzo Knol, je mag kiezen.
Ze kunnen allebei om niets in woede ontsteken
Peuters kunnen flippen als de Duplo-toren omvalt. Als ze een jas aan moeten trekken, of juist uittrekken. Als ze geen ijsje krijgen, als ze het ijsje laten vallen en als je dan geen nieuw ijsje voor ze wilt kopen.
Pubers gaan uit hun plaat als je nadrukkelijk maar toch vriendelijk vraagt of ze hun rommel willen opruimen. Als ze ergens mee naartoe moeten (en je vraagt of ze daar hun jas willen uittrekken) of als ze geen geld krijgen om een ijsje te kopen.
Ze kunnen allebei om niets in huilen uitbarsten
Bij elke huilbui van de peuter of puber denk je: ‘Wat heb ik nou weer gezegd of gedaan?’
Je moet minimaal een keer per dag wel om ze (glim)lachen
Je peuter die een dansje doet, iets uitprobeert of een grappig woordje zegt. Of om je puber als die weer een onweerstaanbaar grappige opmerking maakt, of weer een super-onbeholpen move maakt.
***