Het gras maaien, de keuken opruimen, de hond uitlaten; het zijn allemaal klusjes die je puber prima kan doen. Alleen… ze weigeren categorisch, of proberen op allerlei manieren onder hun verplichtingen uit te komen.
#1 ‘Ik weet echt niet hoe het moet.’
#2 ‘Je moet me echt even helpen.’
#3 ‘Ik moet huiswerk maken.’
#4 ‘Eerst nog even gamen.’
#5 ‘Ik moet nog tien afleveringen kijken van die serie op NetFlix.’
#6 ‘Ik moet nog onder de douche.’
#7 ‘Ik vind het hier anders best netjes/schoon/opgeruimd.’
#8 ‘Maar de stofzuigerzak is vol.’
#9 ‘Ik kan geen poetsdoeken vinden.’
#10 ‘Maar die vuilniszak is echt veel te zwaar.’
#11 ‘Als ik het zelf prima vind om slapen in een vies bed/tussen snoeppapiertjes/in vieze kleren, dan hoef ik toch niet op te ruimen?’
#12 ‘De hond is toch vandaag al uit geweest?’
#13 ‘De poes heeft echt geen honger hoor.’
#14 ‘Al die lege flessen, die hebben jullie toch zelf leeggedronken.’
#15 ‘Ik zit net!’
#16 ‘Ik ben een boek aan het lezen. Dat is toch zeker net zo nuttig?’
#17 ‘Als je het zo druk had als ik, dan zou je het ook niet aan mij vragen.’
#18 ‘Ik wilde het wel doen, maar er kwam net iets tussen.’
#19 ‘Maar jij hebt ervaring, dus voor jou is het veel makkelijker om het even te doen.
#20 ‘Ik heb heb het al zo zwaar, ga je mijn leven nog moeilijker maken.’
#21 ‘Daar heb ik geen tijd voor, ik heb afgesproken.’
#22 ‘Ik kan de stofzuiger/poetsdoek/allesreiniger niet vinden.’
#23 ‘Hoeveel geld krijg ik ervoor?’
#24 ‘Als ik klaar ben, mag ik dan iets lekkers halen?’
#25 ‘Als ik klaar ben, dan ga ik de komende week echt niks meer doen hoor!’
#26 ‘Jullie geven mij alleen maar de rotklusjes, zodat je zelf niks meer hoeft te doen.’
#27 ‘Ik vind dit echt kindermishandeling.’
#28 ‘Wisten jullie dat kinderarbeid strafbaar is?’
#29 ‘Sorry, ik wil vandaag extra vroeg op school zijn.’
#30 ‘Maar ik heb nu weekend!’
#31 ‘Maar het is pas ochtend!’
#32 ‘Maar het is al avond?’
#33 ‘Eerst even lunchen.’
#34 ‘Maar ik moet morgen voetballen.’
#35 ‘Sorry mam, maar ik wilde net heel vroeg naar bed gaan.’
#36 ‘Ik moet eerst nog even slapen.’
#37 ‘Hoezo moet ik altijd alles doen?’
#38 ‘Waarom hoeft (vul een broertje of zusje in) nooit wat te doen?’
#39 ‘Waarom doe jij het niet?’
#40 ‘Waarom doet papa het niet?’
#41 ‘Dat ga ik écht niet doen.’
#42 ‘Jij kunt het echt veel beter.’