Met de grootse plannen van de vakantievierende pubers zit het wel goed. Klein detail, ze hebben niet echt zin om heel veel te werken, ‘Hoezo? We hebben toch vakantie?’, en dus te weinig budget. Deze plannen werden de afgelopen weken bij ons thuis serieus aan de keukentafel gesmeed:
- Kamperen in Australië – ‘Oh, een vliegticket is echt 3000 euro?’
- Kamperen in Portugal – ‘Oh, een vliegticket is echt 300 euro?’
- Surfen op Hawaï – ‘Een goedkoop hotel is 75 euro per nacht?’
- Surfen op Bali – ‘Voor een surfcursus moet je daar 350 euro betalen?’
- Surfen op het IJsselmeer – ‘Hè, kost een surfcursus hier ook 350 euro?’
- Logeren in een kasteel onder de rook van Parijs – ‘450 euro per nacht is inderdaad wel wat veel.’
- Logeren in een kasteel onder de rook van Amsterdam – ‘Ook 450 euro per nacht?’
- Shoppen in New York – ‘Staat de koers van de Dollar zó ongunstig?’
- Naar een concert in Londen – ‘Staat de koers van de Pond zó ongunstig?’
- Op een cruise door de Cariben – ‘Vanaf 3500 euro?’
- Safari in Namibië – ‘Huh, een Jeep huren is meer dan 300 euro?’
- Safari in Beekse Bergen – ‘Huh, een retour met de trein is meer dan 40 euro?’
- Eiland hoppen in de stille Zuidzee – ‘Wat?? Zoveel??’
- Feest vieren op Ibiza – ‘Hóeveel is de entree voor een club?’
- Flyboarden in Nederland – ’55 euro voor 1 keer de lucht in?’
- Zeilen voor de kust van Aruba – ‘Alleen al een zeilboot huren is 1800 euro?’
- Zeilen voor de kust van Nederland – ‘Alleen al een zeilboot huren is 350 euro?’
- Indoor skiën – ‘Is het zelfs in de zomer nog meer dan 4 tientjes?’
- Walibi – ’Drie tientje voor de trein, én 3 tientjes voor entree?’
- Naar het strand op Dubai – ‘Wat? 13,50 voor een glas cola?’