Genoeg tijd om naar de winkel te gaan, de vaatwasser leeg te halen of de kattenbak schoon te maken, zou je denken. Het zijn immers klusjes waar je puber in de vakantie zeeën van tijd voor heeft. Maar dezer dagen zijn ze natuurlijk niet vooruit te branden. Als ze dit zeggen, dan weet je zeker dat je moet wachten tot sint-juttemis en kun je het beter maar zelf gaan doen.
#1 ‘Even dit afkijken.’
#2 ‘Als dit nummer is afgelopen.’
#3 ‘Ik moet eerst even bellen.’
#4 ‘Eerst nog even eten.’
#5 ‘Ik zit te appen.’
#6 ‘Als ik mijn sleutels heb gevonden.’
#7 ‘Ik slaap nog.’
#8 ‘Ik ben nog niet opgestaan.’
#9 ‘Ik wilde net weer even terug naar bed gaan.’
#10 ‘Ik moet eerst nog douchen/poepen/tandenpoetsen.’
#11 ‘Ik moet eerst even mijn haar föhnen.’
#12 ‘Als ik ben aangekleed.’
#13 Ik heb nu vakantie hoor.’
#14 ‘Kan jij het niet even doen?’
#15 ‘Moet dat nu?’
#16 ‘Hoe moet dat dan?’
#17 ‘Dat kan ik echt niet.’
#18 ‘Dat ga ik vergeten hoor.’
#19 ‘Wát moest ik ook alweer doen?’
#20 ‘Ik heb vandaag ook al mijn bord naar de keuken gebracht/een melkpak weggegooid/mijn
rechter teen bewogen.’
#21 ‘Ik moet hier altijd alles doen.’
#22 ‘… (vul de naam in van een willekeurig broertje of zusje) hoeft nooit wat te doen!’
#24 ‘Waarom vraag het niet aan papa?’
#25 ‘Alleen als ik er geld voor krijg.’
#26 ‘… (vul de naam in van een willekeurig vriendje of vriendinnetje) hoeft dat echt niet te doen van zijn moeder.’
#27 ‘Ik zit net te oefenen voor pianoles.’
#28 ‘Ik zit net een rapnummer te schrijven, dus als ik daar nu mee moet stoppen word ik niet beroemd en dat is dan jouw schuld.’
#30 ‘Ik zit net te vloggen/snapchatten/instagrammen.’
#31 ‘Dit moet echt even.’
#32 ‘Sorry, ik moet weg!’
#33 ‘Als ik weer naar school ga.’
#34 ‘Ik heb huiswerk.’
#35 ‘Morgen.’
#36 ‘Overmorgen!’
#37 ‘Volgende week!’
#38 ‘Volgend jaar!’
#39 ‘Nooit.’