De pubers hadden zich rijk gerekend. Want als alles in het land ophoudt, dan zou school toch ook wel ophouden? Dat was jammer: de scholen gingen niet dicht. Sterker, al het leuke van school houdt op maar het stomme -school en huiswerk- blijft wel. Dit is wat ze riepen.
1.
2. ‘En dat schoolfeest waar ik mij al wéken op heb verheugd gaat dan niet door?’
3. ‘En als ik daar niet heen kan, wat moet ik dán doen?’
4. ‘Hoezo is het belangrijk dat school doorgaat. Jullie kunnen toch gewoon gaan werken?’
5. ‘Wij kunnen echt prima alleen thuisblijven.’
6. ‘Wij zijn toch geen kleuters meer?’
7. ‘Kunnen we op die kleine kindjes passen van de mensen die in ziekenhuizen werken.’
8. ‘Natuurlijk gaan we dan thuis aan ons schoolwerk.’
9. ‘Ok, en ondertussen een beetje Netflixen en gamen.’
10. ‘Maar heel Nederland hoeft niet naar zijn werk en wij moeten wel naar school. Dat is niet eerlijk.’
11. ‘En WTF! Ik kan niet naar de bioscoop en moet wel naar school?’
12. ‘Huh, ik had de schooltoneelvoorstelling en daarna huiswerkvrij. De voorstelling gaat niet door en school wel. En het huiswerk. Word ik echt driedubbel gepakt.’
13. ‘Leraren kunnen toch via gewoon via Skype lesgeven?’
14. ‘En gewoon huiswerk opgeven?’
15. ‘Dat gaan we natuurlijk braaf doen.’
16. ‘En wat als ik Corona oploop op school, en ik merk het niet en ik steek opa en oma aan?’
17. ‘Dat is dan toch de schuld van de regering?’
18. ‘Ik ken iemand en die kent iemand en die had Corona. Dus het zou best kunnen dat ik het ook krijg.’
19 ‘Met z’n dertigen in een klas, dat is toch ook niet gezond dan?’
20. ‘En in de pauze zitten we echt wel met honderd mensen in de kantine.’
21. ‘Hoezo naar buiten gaan? Dat is koud.
22. ‘Als ik leraar was, dan zou ik ook niet gemotiveerd zijn om naar mijn werk te gaan.’
23. ‘Eigenlijk was ik gisteren al gestopt met leren voor dat proefwerk Frans.’
24. ‘Ja, en nou heb ik het natuurlijk niet goed geleerd.’
25. ‘Waarom gaan de leraren dan niet staken, dat deden ze eerder toch ook al?’
26. ‘In Frankrijk zijn alle scholen dicht. En in Portugal. En in Spanje.’
27. ‘Het is niet EERLIJK’
28. ‘Je gaat nu toch wel een briefje schrijven, toch mam?’
29. ‘Ik denk dat de halve klas er niet is.’
30. ‘Hoezo zijn jonge mensen minder vatbaar?’
31. ‘Ik heb ineens een ontzettende snotneus.’
32. ‘Ik voel mijn keel branden.’
33. ‘Hoor je mij hoesten? Het is heel erg.’